Op zoek naar jaguars in de noordelijke Pantanal
Juli 2025

Tijdens het plannen van onze rondreis door Brazilië stonden we voor een dilemma, het Amazonewoud of de Pantanal bezoeken.
Vanaf Rio is het minder ver vliegen naar de Pantanal en bovendien is dit de beste plek in heel Brazilië om op (boot)safari te gaan en wild te spotten. Dus vliegen we naar Cuiabá, de toegangspoort tot de noordelijke Pantanal.
➡️ Kijk hier voor het volledige verslag van onze rondreis.
De Pantanal is het grootste moerasgebied ter wereld en heeft twee toegangspoorten: Campo Grande in het zuiden en Cuiabá in het noorden. Beide plekken hebben een luchthaven en van hieruit vertrekken de georganiseerde en erg dure, tours met gidsen naar het gebied.
De noordelijke Pantanal heeft (veel) betere kansen op het spotten van de zeldzame jaguars die hier leven én je kan er op selfdrive gaan. In het droge seizoen is de kans om hier jaguars te spotten zo’n 90%. Dus is onze keuze snel gemaakt. Met een huurauto, Google Maps en Google Translate gaan we vol verwachtingen op pad!
De noordelijke Pantanal valt bovendien goed te combineren met een bezoek aan Nobres en het natuurreservaat Chapada dos Guimarães, beiden gelegen op ongeveer 2 uur rijden van zowel Cuiaba. Nobres is een verborgen parel in het hart van Brazilië, ook wel het "Caribisch gebied van het Midwesten" genoemd, omringd door rivieren en glasheldere rivieren.
Dit gebied wordt vaak vergeleken met Bonito, een bekendere gelijkaardige toeristische bestemming nabij de Zuidelijke Pantanal.
Onze selfdrive door de noordelijke Pantanal (5N/4D):

Inhoudsopgave:
Cuiabá:
Cuiabá is een onopvallende provinciestad die vooral bekend staat als centrum voor landbouw en veehandel. Tijdens het WK voetbal in 2014 werden hier een paar wedstrijden in de eerste ronde gespeeld.
De stad is één van de warmste Braziliaanse grote steden, met regelmatig temperaturen boven de 40 °C, ook in de winter.
In het centrum van de stad staat een torenhoge marmeren obelisk die het geografische middelpunt van Zuid-Amerika markeert, zoals berekend in 1909 door ontdekkingsreiziger Rondon. Nauwkeurigere metingen met satellieten in de jaren negentig vonden echter het exacte centrum ongeveer 45 kilometer ten noordoosten van Cuiabá, nabij de stad Chapada dos Guimarães.
Hoe kom je er?
✈️ Binnenlandse vlucht, overstap São Paulo. Vluchtduur is 2h en 15min. GOL en Latam Airlines bieden verschillende vluchten per dag aan.
Autohuur - georganiseerde tour:
🚗 Voor onze selfdrive in de Pantanal huurden we een de auto via Booking en kwamen bij Localiza uit, die een prima service bood. Een echte 4x4 is helemaal niet nodig omdat we de route in het droge seizoen reden.
🛣️ Vanaf Cuiabá starten ook de (dure) all-inn tours naar de Pantanal, die ik uitgebreider beschrijf onder de Pantanal.


DAG 1:
Wij komen in de voormiddag aan, helaas met een dag vertraging wegens de gemiste connectie in Londen. Moe maar o zo blij dat we eindelijk in Brazilië zijn, pikken we vlot onze Fiat Argo op. Het is hier winter, maar meer dan 30 graden!
Nobres - Bom Jardim:
Nobres is nog redelijk onbekend bij toeristen, maar een echt juweeltje! Het is de beste plek in heel Brazilië voor zoetwater snorkelen, met kristalheldere rivieren, kleurrijke vissen en natuurlijke zwemgaten. Verder zijn er ondergrondse grotten te ontdekken en veel watervallen in de regio.
Vanaf Cuiabá is het 153 kilometer, vlot rijden, naar Bom Jardim, de toegangspoort naar dit spectaculaire natuurgebied. Bom Jardim is erg gemoedelijk, een dorpje van twee keer niks met één hoofdstraat en een paar restaurantjes.


Overnachten:
We hadden hier twee nachten in Pousada Bom Jardim geboekt, dat helaas één nachtje werd door de vluchtvertraging. We hadden gelukkig de pousada verwittigd en al onze geboekte excursies (er is een boekingskantoortje verbonden aan de pousada) kunnen mits een beetje puzzelen, en een drukker programma, toch doorgaan. We worden hier al direct geconfronteerd met het taalprobleem. Niemand spreekt hier ook maar één woord Engels, en we moeten communiceren via Google Translate.
In Bom Jardim en omgeving zijn er veel pousada’s, maar slechts een paar zijn via Booking te reserveren.


Watervallen:
Na een snelle lunch springen we direct de auto in en rijden 22 kilometer off-road naar de Cachoeira Serra Azul waterval. Dat hadden we niet zien aankomen, en we zitten direct onder het stof. Het doet ons denken aan de wegen in Namibië en West-Australië.
Bijna alle watervallen en snorkelplekken rond Nobres liggen op privé terrein, en dus moet je een (kleine) toegang betalen.
Een gids leidt ons naar de waterval, en ook nu speelt het taalprobleem weer. Helaas hebben we geen ontvangst, dus is het behelpen met gebarentaal en het kleine beetje Spaans dat we spreken en af en toe toch van pas komt. De gids blijkt graag de vissen te voederen en filmpjes van ons te maken…


Lagoa das Araras:
Na de watervallen rijden we nog door naar Lagoa das Araras. Dit is een lagune met palmbomen op slechts 1.5 kilometer van Bom Jardim. Hier komen bij zonsondergang honderden papegaaien aanvliegen om er de nacht door te brengen. Erg spectaculair!
De toegang is betalend, maar een gids is hier niet verplicht.



Wat zijn we moe… maar eerst eten we nog in het gezellige tentje aan de overkant van de pousada. We zijn de enige niet-Brazilianen en kosten nog moeite worden gespaard om het ons naar wens te maken. De eerste caipirinha’s zijn een feit en daarna crashen we. Tegen 20h30 ligt iedereen in bed…
Snorkelspots:
DAG 2:
In de ochtend gaan we riviersnorkelen in de Rio Salora. Deze snorkelspot, Aquario Encantado, ligt op 12 kilometer van Bom Jardim. Vanaf de bron van de rivier doen we de ‘flutuacado’, dit betekent dat je je gewoon 1800 meter moet laten drijven op de stroom 🐠🐡. Heerlijk! De aapjes 🐒 in de bomen kregen we er gratis bij. Ook hier communiceren we weer met gebarentaal.


Parque Nacional Chapada dos Guimarães:
Na het snorkelen checken we uit bij Bom Jardim, hier hadden we zeker nog wat langer willen blijven!
We hebben nog een rit van 314 kilometer voor de boeg, tot Poconé. We rijden eerst terug naar Cuiabá via het nationale park Chapada Dos Guimarães en nemen hier de afslag naar spectaculaire waterval Véu de Nova.
Het nationale park Chapada dos Guimarães is onderdeel van de grote Cerrado, een tropische savanne, gelegen tussen het Amazonewoud en de Pantanal. Dit ecosysteem is een lappendeken van bossen, savannes en graslanden. Het gebied is iets hoger gelegen en voorziet zo zowel de Pantanal als Amazone van water en wordt helaas erg bedreigd door ontbossing.
Chapada is één van de oudste plateaus op aarde en is meer dan 700 m hoog. Het park bestaat verder uit savanne, bijzonder geërodeerde rotsen en vele prachtige grotten en watervallen. Er leven poema’s, jaguarundi (katachtige), reuzenotters en het zwartstaart zijdeaapje.
Maar Chapada biedt meer dan alleen adembenemende natuur. Het staat ook bekend om zijn talrijke prehistorische rotsschilderingen. Daarnaast wordt de regio als heilig beschouwd door de inheemse bevolking en wordt het vaak geassocieerd met mystieke verhalen.


Watervallen en viewpoints:
Eigenlijk heb je meerdere dagen nodig om dit park goed te verkennen. Je kan er verschillende hikes wandelen.
Wij doen de korte wandeling (1.2 km) naar waterval Véu de Noiva, die 86 meter diep stort. Wat een pareltje! We zien er twee ara’s overvliegen.
Onderweg komen we een reuzenmiereneter tegen, en gisteren zagen we ook al een tapir.
Bij het viewpoint Mirante da Chapada heb je een prachtig uitzicht en ligt bovendien het exacte geografische middelpunt van Zuid-Amerika.


Daarna moeten we hoognodig tanken. Ze rijden hier op goedkopen ethanol, die 50 cent/l kost. Na Cuiabá is het nog 130 kilometer rijden naar Poconé, de toegangspoort tot de Transpantaneira.
Het laatste uur rijden we in het donker, iets wat we liever vermijden. Maar door het opgeschorte schema, gingen we vanmorgen nog uitgesteld snorkelen, en komen daardoor iets later dan gepland aan.
We overnachten net buiten de stad, in hotel Canoas, dat eerder een guesthouse is. Het Braziliaanse pintje bij aankomst smaakt en we laten burgers aan huis leveren.
Poconé is groter dan we verwacht hadden, en echt zo’n typisch ouderwets Zuid-Amerikaans stadje uit de cowboyfilms.


Pantanal noord - Transpantaneira - Porto Jofre:
De Pantanal is het grootste moerasgebied ter wereld, ongeveer 5 keer zo groot als België en beschermd door de UNESCO.
Dit natuurgebied strekt zich uit over delen van Bolivia en Paraguay, maar ligt voor het grootste deel in Brazilië. Het grenst aan het Amazonewoud en het uitgestrekte savannegebied van de Cerrado, waarmee het één groot ecosysteem vormt.
Het is één van de beste gebieden ter wereld om wildlife te spotten door de grote open vlaktes en gewoonweg omdat er heel veel wilde dieren leven. Tijdens het regenseizoen staat 80% van het gebied onder water en vooral dat water trekt veel leven aan.
Dit is het land van de jaguars en Braziliaanse cowboys. Veel boerderijen (fazenda’s) langs de Transpantaneira, combineren dit met winstgevende ecotoerisme.
Toegang en budget:
De Pantanal heeft twee toegangspoorten: Campo Grande in het zuiden en Cuiabá in het noorden. Beide plekken hebben een luchthaven en van hieruit vertrekken de georganiseerde en erg dure, all-inn tours naar het gebied. Wij kwamen uit op prijzen van 1500€ per persoon voor 3n/2d (all-inn), helaas veel te prijzig ons budget!
De noordelijke Pantanal heeft betere kansen op het spotten van de zeldzame jaguars én je kan er op selfdrive gaan. Van alle reizigers die we tegenkwamen en de zuidelijke Pantanal bezochten, vooral Nederlanders, had niemand een jaguar gezien!
Vanaf de luchthaven van Cuiabá rijden we met een huurauto naar Poconé en via de Transpantaneira naar Porto Jofre, waar de jaguartours vertrekken.
Tijdens de planning van de reis merkten we dat het (eco)toerisme hier erg op luxe all-inn tours gericht is. Veel pousada’s bieden enkel all-inn pakketten aan. Je kan niet zomaar in Porto Jofre aankomen en aansluiten bij een boottocht, toch niet in het hoogseizoen.
Wij regelen 2 nachten all-inn in Pousada Berço Pantaneiro, in Porto Jofre, inclusief een volledige dag op de boot, voor 450€ per persoon, wat nog steeds een stevige prijs is! Het doet ons wat denken aan het luxe safari-lodge toerisme van Botswana…
DAG 3:
De Transpantaneira:
Deze onverharde weg loopt dwars door de Pantanal en is 146 kilometer lang. De weg start in Poconé en gaat over 122 houten bruggen tot Porto Jofre. Tijdens het regenseizoen is het zo goed als onmogelijk om hier op selfdrive te gaan. Tijdens de droge tijd is de weg prima te doen, ook met onze eenvoudige Fiat Argo.
Langs de Transpantaneira komen we langs verschillende pousada’s en ranches/lodges waar je kan overnachten. Meestal is de service all-inn en worden verschillende activiteiten aangeboden zoals boot- en wandelsafari’s en paardrijden. Het is de ideale plek om veel vogels en papegaaien te spotten.
We doen meer dan vier uur over de rit, met vele stops onderweg. We zien heel veel verschillende vogels, waaronder de mooie jabiru ooievaar, de grootste vliegende vogel van Amerika. Verder grote aantallen kaaimannen, een buffel en uiteindelijk ook capibara’s. Een wondermooie rit!








Overnachten:
Aangekomen in Porto Jofre, verblijven we twee nachten in in Pousada Berço Pantaneiro.
De reservatie verliep via whatsapp in het Portugees (leve Google Translate). De pousada is een eenvoudige all-inn lodge, gelegen aan de rivier. Ook de boottochten zijn inbegrepen. We hielden wel van de sfeer van het kamp, dat vooral natuurliefhebbers aantrekt, vooral Fransen, Spanjaarden en Amerikanen.
In de mooie tuin zitten aapjes en bij valavond komen toekans de bomen opzoeken. Enna zorgt voor mooie foto’s, maar wordt bekogeld met fazantenstront vanuit de boomtop. Hilariteit alom…
Het avondeten is telkens een buffet en trots komt de dikke kok vertellen wat we allemaal eten. Wij begrijpen er niks van en de man blijft maar door ratelen.
Verder is er slechts een klein aanbod aan accommodaties in Porto Jofre.
Het Pantanal Jaguar Camp krijgt overal lovende kritieken, en hebben samenwerkingen met onder andere National Geographic en BBC Planet Earth. Deze lodge is enkel via Pantanal Nature te boeken via een all-inn tocht vanaf 2 nachten. Prijs 1500€ per persoon (2025), met slechts 5% korting als je zelf voor transport zorgt.
De volgende dag kwamen we de boten tegen van dit kamp, met aan boord rijke Aziaten en Amerikanen, gekleed in camouflagekleuren, afritsbroeken, met safarihoeden en kanonnen van telelenzen 👀😮.




Beste tijdstip:
Er zijn twee seizoenen in de Pantanal. Het regenseizoen van november tot maart, wanneer het grootste deel van het gebied overstroomt. Dan is het quasi onmogelijk om de Transpantaneira zelf te rijden. Tijdens het tussenseizoen van april tot juni, begint de Pantanal op te drogen met her en der nog wel waterpoelen. Tijdens het droge seizoen van juli tot oktober, heb je de meeste kans om de dieren goed te zien en ligt de weg er goed bij.
Malaria:
Er is een laag malaria risico in de Pantanal, dit in tegenstelling tot het Amazonegebied. Toen wij er waren hadden we wel last van veel muggen.
DAG 4:
Vandaag gaan we de hele dag op bootsafari, op zoek naar de jaguar. Alles is geregeld via de lodge en wij krijgen een bootje voor ons vieren toegewezen met bootman Rosalino. Al vanaf 6h45 neemt hij ons op sleeptouw. We leggen gigantische afstanden af en de lunch wordt gebracht door een apart bootje. Pas om 18h en zeven jaguars later zijn we terug in het kamp.
Wildlife:
De jaguar is de grootste kat van Amerika en is de koning van de Pantanal. Hun populatie is door bescherming sinds de jaren ‘90 gestegen van 400 naar ongeveer 4000 exemplaren. Porto Jofre biedt de grootste kans op het spotten van dit prachtige dier, met zo’n 90% zekerheid in het droge seizoen.
Hou er wel rekening mee dat ondanks dat het aantal toeristen/boten per dag beperkt zijn, je nooit alleen zal zijn bij een jaguar spotting. De gidsen communiceren met elkaar en dus zijn er meestal verschillende boten in de buurt van de jaguar.
Verder leven hier reuzenotters, wilde papegaaien, miereneters, wilde zwijnen, capibara's (waterzwijn), zwarte kaaimannen en meer dan 600 verschillende vogelsoorten, waaronder de imposante jabiru, bewonderen. Soms wordt er zelfs een zeldzame manenwolf gespot.
In de ochtend vreesden we even dat we niet veel jaguars zouden zien. We zagen er twee, die zelfs even begonnen te vechten en blazen, van heel dichtbij maar we konden geen mooie foto’s maken. Ook waren veel andere boten in de buurt. Na de lunch neemt Rosalino een afslag op de rivier, en zien we plots de ene jaguar na de andere, zonder andere boten in de buurt. Zelfs een moeder jaguar met baby. En veel kaaimannen, capibara’s en reuzenotters.
Een ervaring om nooit meer te vergeten!









DAG 5:
Op onze laatste dag in de staat Mato Grosso do Sul rijden we de hele Transpantaneira terug, via Poconé (tank- en supermarktstop) naar Cuiabá. Een tocht van 246 km. We leveren probleemloos de huurauto in en gaan nog even het moderne shoppingcenter bij de luchthaven binnen. En shoppen er Havaianas.
In de late middag vliegen we met Gol Airlaines naar Foz do Iguazu, naar de bekende watervallen op de grens met Argentinië. Dit avontuur lees je hier.
Meer blogs:
Reactie plaatsen
Reacties