Tips voor een bezoek aan Sabah, Borneo

juli 2018, laatst bijgewerkt april 2024

Tijdens onze 4 weken durende rondreis door Maleisië en Maleisisch Borneo, verblijven we in totaal 2 weken op Borneo. Hier lees je het volledige verslag van deze trip.

 

Borneo is het op twee na grootste eiland ter wereld en ligt in Zuidoost-Azië. Het bestaat uit een Maleisisch deel (met deelstaten Sarawak en Sabah), een Indonesisch deel (Kalimantan) en het rijke ministaatje Brunei.

Ooit was Borneo volledig bedekt met tropisch regenwoud, één van de oudste ter wereld. Helaas is sinds de jaren ‘60 van de vorige eeuw meer dan 80% van dit woud verdwenen, door houtkap en platgebrand voor de aanleg van palmolie plantages.

De bevolking bestaat uit Maleiers, Chinezen en inheemse stammen, in vroegere tijden beruchte koppensnellers. Sommige van die stammen hebben zich bekeerd tot het christendom, terwijl de Maleiers de islam als geloof hebben. 

De staat Sabah telt ongeveer 3.5 miljoen inwoners met Kota Kinabalu als economisch centrum en grootste stad van de regio. De grotere staat Sarawak heeft ongeveer 2.5 miljoen inwoners. 

Algemene informatie Sabah, Borneo:

Borneo heeft een tijdsverschil van +6 uur in vergelijking met België. Je betaalt er in Maleise Ringgit, MYR.

Hoe kom je er?

Air Asia is dé low cost maatschappij van Azië en vliegt goedkoop en vaak van alle grote steden van het vasteland van Maleisië naar Borneo. Wij vlogen van het vasteland naar Kuching (Sarawak), van Kuching naar Kota Kinabalu (Sabah). Vervolgens reden we met een huurauto naar Sepilok en vlogen daarna terug naar Kuala Lumpur vanaf Sandakan (Sabah). Deze laatste vlucht duurt iets minder dan drie uur.

Klimaat: 

Borneo heeft een tropisch klimaat met een hevig moessonseizoen van november tot maart. Van mei tot september is het droger, al kan er altijd wel een regenbui vallen.

Overnachtingen:

We zijn in totaal 9 nachten in Sabah en verblijven op 4 verschillende plaatsen.

In Kota Kinabalu verbleven we 4 nachten bij Sabah Beach Villa’s in een ruim 2-kamer appartement vlak aan strand. We gingen vaak iets eten bij het beach restaurant van het nabijgelegen Nexus Resort. Hier werden ook live shows op het strand opgevoerd ‘s avonds. Karambunai ligt wel op bijna 30 kilometer afstand van Kota Kinabalu, dus een huurauto is een must.

Bij Mount Kinabalu sliepen we één nachtje in de eenvoudige Suang Noh Homestay, heel gemoedelijk en we aten er een heerlijke curryschotel voor anderhalve euro…

In Sepilok sliepen we twee nachten in het goedkope Sepilok Jungle Resort, een nachtje voor onze jungle trekking, en een zalig nachtje na de trekking. We gingen eten bij het prima restaurant bij Nature resort Sepilok, hier overnachten leek ons ook wel top.

Tenslotte gingen we drie dagen op jungle safari met Uncle Tan jungle safari,  hier sliepen we twee nachten in het basic kamp. Transfers vanaf Sepilok en alle maaltijden waren hier inbegrepen.

Natuur:

Sabah is zeer divers! Je vindt er onbewoonde eilanden omringd door turquoise blauwe zee en koraalriffen. Mount Kinabalu is een paradijs voor hikers, met een hoogte van 4095 meter, de hoogste berg van heel Borneo. Meer dan de helft van Sabah bestaat nog uit woud en bossen en hier spot mogelijk de Borneo Big Five: de orang-oetan, neusaap, dwergolifant, krokodil en de neushoornvogel.

Route:

Sabah is redelijk compact en via een volledig geasfalteerde weg kan je in een lus alle highlights afrijden. Deze loop is in totaal ongeveer 1250 kilometer lang. Ideaal is om hier twee weken voor uit te trekken.

Het Engels is wijdverspreid gezien Sabah vroeger een Britse kolonie geweest is. Er wordt dus ook links gereden! Toeristen worden hier vriendelijk ontvangen en wij vonden het heerlijk cruisen door een prachtig landschap.

Wij rijden een kortere route, van Kota Kinabulu over Mount Kinabalu naar Sepilok, waar we de huurauto konden inleveren.

Hoogtepunten Sabah:

Kota Kinabalu - Karambunai (4 nachten)

Vanuit Kuching (Sarawak) vliegen we naar Kota Kinabalu, ook wel KK genoemd, de hoofdstad van Sabah. Het zicht op de rivieren van Borneo vanuit de lucht is adembenemend! Bij Hertz pikken we de huurauto op, een Proton Saga, made in Malaysia! En erg basic…

We doen boodschappen en rijden op Google Maps naar onze bestemming, Karambunai, een rit van ongeveer 30 km. Langs deze mooie kuststrook liggen een paar resorts en overal is security controle om het domein op te rijden. De Filipijnen zijn niet veraf en er zijn blijkbaar nogal wat problemen met illegalen. Op de eilanden aan de oostkust zouden er ook terreurgroepen zijn die het op toeristen gemunt hebben. 

We verblijven 4 nachten in een 2-kamer appartement bij Sabah Beach Villa’s. We brengen ons dagen hier vooral door in de golven, op het strand en bij het mooie zwembad. In het nabijgelegen Nexus Resort zit een leuke bar met grillrestaurant, waar we graag komen. Het valt ons op hoe kalm het er hier met het toerisme aan toe gaat. De grote resorts zijn amper gevuld.

Ook hier treffen we helaas weer wat aangespoeld plastic aan op het strand, met Chinese opschriften. Een wereldwijd probleem…

Kota Kinabalu is de hoofdstad van Sabah en telt meer dan 300.000 inwoners.

Voor de oorlog heette de stad Jesselton, maar deze werd tijdens WOII door bombardementen met de grond gelijk gemaakt. In de jaren tachtig en negentig schoten moderne gebouwen als paddestoelen uit de grond. Het is aangenaam wandelen langs de waterfront en ook een bezoek aan Central Market is leuk. 

Voor de kust ligt het Tunku Abdul Rahman Marine Park, dat in 1974 tot nationaal park werd uitgeroepen. We doen er een sunset boottocht en varen tussen de eilandjes en langs een Filipino gypsie village, een palendorp op zee. We zijn trouwens de enigen aan boord en genieten van een privétocht bij een fenomenale zonsondergang. Hier kan je ook uitstekend snorkelen, iets wat we echter al volop gedaan hebben de voorbije week op de Perhentian eilanden.

Kundasang - Mount Kinabalu (1 nacht)

Gedaan met strand, we rijden in oostelijke richting naar Mount Kinabalu en Kundasang, een rit van 92 kilometer. We zitten in nu in het uiterste noorden van Borneo.

We slapen hier één nachtje in een homestay, Suang Noh Homestay, bij het stadje Kundasang. We eten er een avondmaal voor 1,5€ per persoon! Echt!

Gunung Kinabalu is met zijn 4095 meter de hoogste berg van Borneo én heel Maleisië, en het natuurpark errond staat op de UNESCO werelderfgoedlijst. Het dorpje Kundasang ligt 5 km van de hoofdingang, op 1500 m hoogte. Er zijn verschillende (korte) wandeltochten en een botanische tuin. Die bezoeken we maar helaas treffen we er bijna geen bloeiende planten…

De beklimming van de Kinabalu doe je in twee dagen en is naar het schijnt erg pittig. Per dag worden slechts 185 klimvergunningen uitgegeven! Verschillende organisaties bieden georganiseerde trektochten aan die voorzien in accommodatie en eten. 

De Poring hotsprings, wat verderop, met watervallen en een hangbrug, zijn niet zo idyllisch al verwacht. De bronnen worden namelijk commercieel uitgebaat. Het hete water wordt afgetapt bij de bron, om er dan kleine baden mee te laten vollopen. Een groot verschil met de hotsprings in Noord-Australië. Toch is het badje in het warme bronwater zalig en we genieten na met een enorme fruitsalade.

Er is ook een Anzac War Memorial, waar 2400 Britten en Australiërs herdacht worden die hier sneuvelden tijdens WOII.

Sepilok - orang oetan & sunbear rehabilitation centre

De rit naar Sepilok, bij Sandakan is lang, 240 km, maar zo mooi, langs heuvels en een eeuwig groene jungle gevolgd door eindeloze palmolieplantages.

We bellen onderweg met Hertz en kunnen de huurauto bij het Sepilok Jungle Resort afleveren in plaats van op de luchthaven van Sandakan. Gemakkelijk!

Het resort is eenvoudig, maar de tuin en zwembad zijn schitterend en een waar vogelparadijs. Wij zien er hornbills (hoornvogel) en kingfisher (ijsvogel).

In Sepilok bezoeken we het beroemde orang oetan rehabilitation centre, geopend in 1964.

De orang oetan komt enkel op Borneo voor! In dit opvangcentrum verblijven verwaarloosde apen en weesjes. Ze worden opgevangen en verzorgd om later weer in de natuur uitgezet te worden. De meeste dieren leven er in semi-vrijheid. Langs de boardwalk zien we direct een drietal apen van dichtbij. De ranger komt er onmiddellijk bij om te vermijden dat er contact gemaakt wordt. Favoriet bij onze meiden is de nursery, waar de kleintjes allerlei grappige toeren uithalen. Bij het voederplatform zien we nog meer apen. Ze krijgen enkel banaan, wat eentonig is, zodat zo aangemoedigd worden om zelf dieper het woud in te trekken op zoek naar ander fruit en lekkers. Prachtig om die dieren van zo dichtbij in de vrije natuur te zien. 

Even mooi om te bezoeken is het nabijgelegen sunbear (honingbeer) opvangcentrum, dat pas in 2014 geopend werd. In Zuid-Oost Azië worden deze beren nog te vaak gevangen gehouden in kooien. Hun gal wordt afgetapt omdat dat een geneeskundige werking zou hebben. In dit Conservation Centre kunnen de dieren herstellen. We zijn zeer onder de indruk, zeker een aanrader!

Sungan Kinabatangan - jungle safari Uncle Tan (3 dagen, 2 nachten)

Vanuit Sepilok vertrekt ons 3-daags jungle safari avontuur naar het Uncle Tan jungle camp. Lonely Planet is lovend over deze bootsafari, dus de verwachtingen zijn hoog. We boekten deze trip ruim op voorhand via hun website

Vanuit Sepilok is het nog anderhalf uur rijden naar Kota Kinabatangan, een klein, primitief dorpje gelegen aan de gelijknamige rivier. Langs de 560 kilometer lange rivier heb je het meeste kans in heel Sabah om de Borneo Big Five te spotten: de orang-oetan, neusaap, dwergolifant, krokodil en de neushoornvogel. Uncle Tan was een pioneer wat betreft de ontwikkeling van het ecotoerisme op Borneo, en het gaat steeds meer de goede kant op. Het gebied is in 2006 officieel tot een natuurreservaat verklaard om verder verlies van het leefgebied voor de dieren te voorkomen.

Het wordt een topervaring! Onze groep is relatief klein, ongeveer 15 medereizigers van over de hele wereld. Het kamp is wel zeer basic, we slapen in een open hut met muskietennet. Dus geen stromend water, airco, noch ventilator en een generator die van 18h tot 24h voor elektriciteit zorgt. We moeten onze spullen in tonnetjes opbergen want de makaken hebben anders vrij spel.

We maken verschillende boottochten in de vroege ochtend en late avond. Verder doen we ook (night)hikes in het bos en de gidsen betrekken onze meiden enorm bij de natuur. We zien orang oetans, een Bornean gibbon (zeldzaam!), varanen, lizzards, wild civit (kat), hornbill (neushoorn)vogels, kingfisher (ijs)vogels, neusapen, een krokodil en nog veel meer.

Wij hielden erg van de relaxte sfeer in het camp en de gidsen zijn geweldig. Er wordt gevoetbald en uiteraard wordt FC Tourist verslaan door team Jungle Maffia. De buffetten smaken en ‘s avonds wordt gitaar gespeeld en gezongen, terwijl de huiskat laat zich verwennen door onze dochters.

Uiteraard zijn er duurdere alternatieven voor wie meer luxe wil.

Na de safari komen we nog een nachtje bij van het jungle camp in het Sepilok Jungle Resort. Een douche is welgekomen. We trakteren ons op een heel lekker maal in het restaurant van het nabijgelegen Nature resort Sepilok. Het lijkt ons hier prachtig om te overnachten ook!

We vliegen terug via Sandakan naar Kuala Lumpur. Het volledige verslag van onze rondreis van 4 weken door Maleisië en Borneo lees je hier.

Meer tijd in Sabah?

Selingan Turtle island - Sandakan archipel 

Dit schildpadden reservaat ligt ongeveer 40 kilometer ten noorden van Sepilok en bestaat uit de eilanden Selingan, Bakungan Kecil en Gulisan. Enkel Selingan kan je bezoeken. Het is de grootste broedplek voor green- en hawksbil-schildpadden van heel Zuidoost-Azië. Tussen juli en oktober, bij volle maan, is er de grootste kans om de vrouwtjes aan land te zien komen om eieren te leggen. De rest van het jaar is er overigens ook heel grote kans dat je er schildpadden ziet.

Tegenwoordig wordt er beter op toegezien dat toeristen de schildpadden niet aanraken of fotograferen met flits. Wij vonden deze trip erg duur en sloegen dit dus maar over.

De boottocht naar het eiland duurt ongeveer een uur, en er is één overnachting bij deze excursie inbegrepen. 

Als je de lus rond Sabah vanaf Sepilok/Sandakan verder rijdt, kom je nog voorbij deze schitterende plekken: het Tabin Wildlife Reserve, Semporna snorkel- en duikparadijs, Danum Valley Conservation Area, Sapulot en Maliau Basin Conservation Area.

Tabin Wildlife Reserve:

Na ongeveer een uur rijden vanaf Lahad Datu kom je in dit reservaat aan. De sterren hier zijn de dwergolifanten, gibbons, orang-oetans en redleaf apen en makaken. De geredde orang oetans uit Sepilok worden trouwens hier terug in de natuur uitgezet! Vogelliefhebbers halen hier hun hart op, want maar liefst alle 8 soorten neushoornvogels leven in dit gebied. Ooit was dit ook de thuis van de Sumatra neushoorn. Helaas wordt die tegenwoordig als uitgestorven beschouwd op Borneo.

Danum Valley Conservation Area:

Dit is het enige overgebleven primaire regenwoud op Borneo! Danum Valley is een ongerept en ruig oerwoud en één van de plekken ter wereld met de grootste biodiversiteit. Het is dan ook het gebied waar (bijna) alle dieren nog voorkomen. In Danum Valley kan je orang-oetans en gibbons spotten, maar het is ook het leefgebied van de nevelpanter, luipaarden en wilde katten. Ook dwergolifanten, spookdiertjes en sambar-herten zijn hier te vinden. Verder zijn er heel veel vogelsoorten, waaronder alle acht soorten neushoornvogels.

Je kan hier trektochten ondernemen, nightdrives en er is een 107 meter lange canopy walk.

Semporna Achipel - Sipadan:

De wereldberoemde duiker Jean Jaques Cousteau zei over Sipadan eiland “an untouched piece of art”. Dit is gewoonweg één van de beste duiklocaties ter wereld! Er zijn dan ook heel wat duikscholen die tochten aanbieden. 

Sipadan is alleen als daguitstap te bezoeken, want er zijn geen accommodaties op het eiland. Er wordt ook slechts een beperkt aantal duikers per dag toegelaten. Net door deze strenge regels is het koraalrif rondom Sipadan in perfecte staat en telt het gebied meer dan 3000 soorten vissen: papegaaivissen, octopussen, inktvissen, koraalduivels, clownfishes, zeeschildpadden, barracuda’s, mantaroggen, adelaarsroggen en scholen tonijn. Ook walvishaaien, rifhaaien en de zeldzame hamerhaai worden hier gespot.

Opgelet! In de regio zijn in het verleden toeristen ontvoerd door terreurgroepen, vooral in de jaren 2013-2015. Het reisadvies is daarom nog altijd “reizen enkel indien noodzakelijk. Recent is de situatie echter veiliger.

Tawau:

Dit is de derde grootste stad van Sabah, en zeker niet de mooiste. Hier is een grenspost tussen Sabah en Kalimantan (Indonesië) en de enige plek waar toeristen een visa kunnen krijgen om Indonesië binnen te komen. 

Maliau Basin Conservation Area:

Ook wel “Sabah’s lost world” genoemd… een basin/bekken bestaande uit zeer ongerept regenwoud. De basin is komvormig met een spanwijdte van ongeveer 25 kilometer en hoge randen. Voor 1980 kwam hier niemand. Pas na de aanleg van de asfaltweg tussen Kota Kinabalu en Tawau in 2014 komen er (sporadisch) toeristen.

Er is ook een onderzoekscentrum waar onderzoek plaatsvindt naar de unieke flora en fauna in het gebied. Er zijn waarnemingen van nevelpanters, luipaarden, dwergolifanten, Sumatraanse neushoorn, honingberen, gibbons, orang oetans en banteng (wild rund).

Hier kom je om avontuurlijke (meerdaagse) trektochten te doen. Waarschijnlijk de meest memorabel en zwaarste die je in Sabah kan ondernemen… 


 Meer blogs:

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.