Kampeertrip Corsica (2 weken)

26 juli-9 augustus 2015, laatste update april 2022

Vanaf de haven van Nice, hadden we al dikwijls staan kijken naar de veerboten die naar Corsica vertrekken. Het spreekt ons wel aan en de plannen worden gemaakt.

Eind juli, hoogzomer, trekken we voor 2 weken op kampeertrip naar “L’Ile de beauté”.

Het eiland Corsica ligt ten noorden van het grotere eiland Sardinië en behoort tot Frankrijk. Sinds 1991 geniet het een aparte status en meer autonomie dan de regio’s van het vasteland. Nice is 180 km verwijderd van Corsica en de afstand tot het vasteland van Italië bedraagt 80 km. Het is het geboorteland van Napoleon Bonaparte.

Het eiland is erg bergachtig met toppen boven de 2500 meter. Maquis, het typische struikgewas, bedekt grote delen van eiland. Onderschat de afstanden niet! Soms lijkt een bestemming niet zo ver maar via de kronkelende wegen doe je er vaak veel langer over dan gedacht.

Er zijn 2 beroemde grote wandelpaden op Corsica (voor als we ooit eens veel tijd hebben): de GR 20 en Mare i Monti.

In 2017 gingen we een tweede keer naar Corsica, tijdens het voorjaar, dit verslag lees je hier Roadtrip Corsica Pasen.

Praktisch:

Een heel goede kaart met belangrijke bezienswaardigheden vind je hier: toeristische kaart Corsica.

Hoe geraak je er?

Vanuit Nice en Toulon varen de veerboten naar Corsica en Sardinië. Wij nemen de nachtferry vanuit Toulon naar Ajaccio, wat een heel relaxte manier is om de vakantie te beginnen. Hoe vroeger je de overtocht boekt, hoe goedkoper. Wij betaalden ongeveer 400€ voor 4 personen en een auto, heen en terug. We varen terug vanuit Bastia naar Nice. Reserveren doe je hier Corsica Ferries.

Voor wie liever vliegt, zijn er de luchthavens van Ajaccio, Bastia, Calvi en Figari.

Gereden route:

Ajaccio - Propriano (en Alta Rocca) - Porto Vecchio - Bonifacio - Iles Lavezzi - Calacuccia (Corte) - Porto (Scandola) - Saint Florent - Cap Corse - Bastia: 500 km (zonder extra de ritjes per bestemming)

De hoogtepunten zijn:

  • Zuid-Corsica met zijn beroemde stranden, het groene bergachtige Alta Rocca en de steden Porto-Vecchio en Bonifacio
  • Piana aan de westkust met de Calanques en het natuurreservaat Scandola 
  • het binnenland met Monte Cinto en vele valleien
  • Cap Corse, Ile Rousse/Calvi en het hinterland


Overnachten:

Genoeg keuze aan huizen en hotels, maar de prijzen in het hoogseizoen swingen nogal de pan uit.

Corsica heeft veel goede campings, dus gaan we kamperen. Speciaal is dat je nergens op voorhand een plaatsje kan reserveren, tenzij je een bungalow per week boekt. We vertrekken dus op goed geluk. Je moet gewoon zorgen dat je in de voormiddag aankomt, en dan kregen wij altijd een goed plekje te pakken. Gemiddeld kost het 40€ per nacht (4 personen, auto en tent). De prijzen zullen intussen wel wat opgeslaan zijn.

Dit zijn de vijf campings die wij uitkozen:

- Olmeto (Propriano), 3 nachten camping Vigna Maggiore, ook bungalows en lodges via Booking.com.

Ruime plekken, mooi zwembad met prachtig uitzicht op de baai, toffe bar bij zwembad en restaurant, strand op 2 km.

- Porto-Vecchio, 4 nachten camping U Pirellu, heel knusse schaduwplekjes op terrassen, zwembad, aan de weg naar het strand van Pallombaggio, op 5 km

- Calacuccia (binnenland), 2 nachten camping Acquaviva, groot terrein, eenvoudig, geen zwembad, ook enkele hotelkamers, hotel Acquaviva.  Een andere optie als je hier langer blijft zijn de Chalets de Lozzi net buiten Calacuccia met prachtig zicht op het meer en de Monte Cinto (foto’s Roadtrip Corsica Pasen

- Porto, 2 nachten camping Funtana a l’Ora, ook chaletverhuur, mooie schaduwplekjes op terrassen, zwembad en vlakbij mooi riviertje, op 4 km van Porto

- Saint Florent, 3 nachten camping La Pinède, schaduwplekjes, ruim, zwembad en aanlegsteiger voor kleine boten, op 2 km van Saint Florent

Bij een terugvaart overdag kom je ‘s avonds aan in Toulon of Nice, dan is het handig om een hotelletje te boeken voor de avond.
Wij kozen hiervoor B&B Hotel Bollène, op 2 uurtjes rijden van Toulon.

Propriano (zuidwesten)

We sliepen als roosjes op het ritme van de zee en te vroeg (6 uur!) gaat de wekker. Om 7 uur rijden we al de haven van Ajaccio uit. Het is 60 km rijden naar Olmeto bij Propriano. We nemen een omweg via de kust en ontbijten op het strand. Zalig! en vroeg…

Zoals gezegd, het is bijna nergens mogelijk om een tentplaatsje op voorhand te reserveren. Aangekomen bij camping Vigna Maggiore krijgen we direct een mooi schaduwplekje. We installeren ons en verkennen het strand, met verrassend hoge golven, het stadje Propriano. Daarna testen we het zwembad én de poolbar.

Campomoro - Roccapina - Sartène 

De streek rond Propriano is minder toeristisch dan het zuidoosten en heeft even mooie stranden. Die gaan we vandaag opzoeken. Campomoro is een charmant dorpje op 17 km van Propriano met een prachtige baai met zandstrand. Op het einde van het strand staat een genuese toren. Het water is er superhelder, dus zetten we de snorkels op en zien talrijke kleurige visjes. Er zouden hier ook wel vaker dolfijnen rondzwemmen…

Daarna gaan we nog zuidelijker, naar Roccapina, met een onvergelijkbaar mooi strand, omzoomd door rotsen waarvan er één op een grote liggende leeuw lijkt. Het strand is moeilijk te bereiken met de auto.

We keren terug via het binnenland en houden halt in Sartène, ook wel de meest Corsicaanse aller Corsicaanse steden, genoemd. We slenteren door de smalle straatjes met vele winkeltjes waar je lokale lekkernijen kan kopen. Op het grote plein zitten vele oudjes op de bankjes onder de bomen te keuvelen… Wij drinken er iets, de meisjes zijn intussen verzot op het Orezza (bruisend) water. Gebotteld op Corsica en zo goed als nergens anders te krijgen. 

Alta Rocca: Aullène, Quenza, Zonza, Levie, Sainte-Lucie-de-Tallano

De Alta Rocca is een bergachtig gebied tussen de west- en oostkust in het zuiden, met typische dorpjes en prachtige natuur. Er wordt veel aan canyoning gedaan. Wij rijden de kleine lus, die voor ons meer dan lang genoeg zal blijken…

We starten in Aullène, op 850 meter hoogte gelegen en de mensen worden er naar het schijnt heel oud. Vervolgens via Quenza naar Zonza, een beetje het toeristisch centrum van de Alta Rocca. In Levie is een archeologische vindplaats, Cucuruzzo. Het laatste dorp op onze tocht is Sainte-Lucie-de-Tallano, waar wij de afslag nemen naar Zoza. Een plons in de natuurlijke baden tussen de rotsen is een verademing na al het autorijden.

Porto-Vecchio en omgeving

Strand van Palombaggio 

We trekken door naar de oostkust, bekend voor de mooiste zandstranden, Bonifacio aan de kliffenkust en Porto-Vecchio. En erg toeristisch dus. We zetten onze tent op een heerlijk plekje, camping U Pirelli, even buiten Porto-Vecchio aan de weg naar het beroemde strand van Palombaggio. We staan hier te midden het groen en genieten van het mooie zwembad.

In de late middag, als het wat kalmer wordt en we parking vinden, genieten we van een zalige strandavond. Met een wijntje en lekker eten en de voeten bijna in het water… 

Het strand van Palombaggio is een paradijsje in de schaduw van hoge zeedennen. Geen bebouwing, hooguit een paar strandhutjes. 

Bonifacio 

Op de tweede dag rijden we al vroeg in de ochtend naar het meest zuidelijk punt van Corsica. Het is 33 km vlotte weg naar Bonifacio, een echt mirakel van mens en natuur. Het wordt hier echter zo druk dat je vroeg of laat moet komen, om parking te vinden. Parkeer best op één van de grote parkings buiten de stad. Buiten het seizoen lukt het meestal wel om te parkeren in de bovenstad.

Via de vestingen van het bastion lopen we naar de bovenstad. De oude stad is gebouwd op de klif en bestaat uit nauwe gezellige straatjes en pleintjes. We bekijken het mooie kerkje Eglise Saint-Dominique en lopen naar de Escalier du Roi-d’Aragon, in en de rotsen uigehouwen trap naar zee. Vanaf de bovenstad loopt een pad (Sentier de Campu Rumanilu & Pertusatu) helemaal tot aan de vuurtoren waar je een prachtig zicht krijgt op Bonifacio. Wij reden er met de auto naartoe (D260) op de terugweg. Schitterend!

De benedenstad met jachthaven is volledig gebouwd rond de kreek of fjord, een hele goede ankerplaats voor de vele grote luxe jachten die hier aanmeren. Langs de kade zijn veel restaurantjes en winkeltjes en van hieruit vertrekken ook de boottochten naar de klippen, kreken en grotten. 

 

Iles Lavezzi

De klassieke boottochtjes duren een uur, maar wij nemen een boot die ons afzet op de Iles Lavezzi. Dit zijn eilandjes van grijs graniet met prachtige zandbaaien. We lopen dwars over het eiland via het pad naar een heel mooi strand waar we een paar uurtjes genieten van zon en zee. Ook hier weer heel helder water en prachtige vissen. Op de terugweg varen we langs het privé eilandje Cavallo, in handen van de rijken. Verder langs de golf van Spéronne en de grotten terug naar Bonifacio. 

Nog meer stranden: Golfe de Santa Giulia, Rondinara

Beachday! We verkennen nog meer mooie stranden vandaag. Het strand van Santa Giulia is perfect. Zeer ondiep turkoois water in een afgesloten baai. Ook hier is het heel druk in de zomer. Achter het strand ligt een meer waar witte flamingo’s komen. Het is er mooi wandelen. 

Het strand van Rondinara ligt in een kleine baai met 2 punten die elkaar bijna raken.

 

Porto-Vecchio

‘s Avonds verkennen we Porto-Vecchio. De Haute-Ville heeft een mooi plein, met veel winkeltjes en terrasjes. Hier shoppen we wat souveniertjes en eten we iets. Het is erg gezellig druk maar buiten het seizoen is het plein nogal doods (hebben we ervaren in 2017 tijdens de paasvakantie).

In de zomer moet je beneden parkeren, want de bovenstad wordt afgesloten voor verkeer.

Ospédale

Onze laatste dag in het zuiden brengen we door in de Alta Rocca, die vanaf de oostkust nog gemakkelijker te bereiken is. Eerst passeren we Ospédale, waar vroeger een ziekenhuis was (vandaar de naam). De vele moerassen rond Porto-Vecchio zorgden namelijk voor malaria. Na Ospédale rijden via een heel mooi woud, forêt de l’ Ospédale, en kunstmatig meer naar de start van de wandeling naar de waterval Piscia di Gallo. Hier alleen maar bossen en bergen! We parkeren bij het parkeerterrein en wandelen via het bos en de rivier in ongeveer anderhalf uur de 2,5 km naar de waterval. Je kan er niet zwemmen. Terug gaat gemakkelijker. Bij de snackbar bij het parkeerterrein lessen we onze dorst en worden er ijsjes gegeten.

 

Col de Bavella en Aiguilles de Bavella

Als je nog verder door rijdt, kom je bij de bergpas Col de Bavella, op 1218 meter hoogte. Wij skippen dit maar gingen er in 2017 wel heen. Het panorama is schitterend met de pieken of Aiguilles de Bavella. Errond is alleen maar woud van dennen, ceders en sparren. Vanaf het parkeerterrein loopt een pad naar de Trou de la Bombe, ongeveer een uur wandelen. Nogal een klim maar de beloning, een enorm gat in de rotsen, is groot. Er is een cafeetje bij de parking. In de zomer zou het heel druk worden, maar in het voorjaar kwamen wij maar een paar andere wandelaars tegen.

Wij keren terug naar het meer van Ospédale, naar het Xtreme Sud Parc. Hier kan je verschillende behendigheidsparcours (tot heel moeilijk) doen en er is ook een mooi stuk via ferrata. De meisjes en ikzelf wagen ons aan een hele leuke klim- en klauterpartij terwijl de papa foto’s maakt vanop de veilige begane grond (hoogtevrees weet je wel…). 

Corte - Calaccucia

Na 4 dagen kust trekken we door naar het woeste binnenland, naar de Monte Cinto, met zijn 2710 meter de hoogste top van Corsica. Via de kust en het stadje Corte is het 200 km naar Calacuccia, gelegen in de Niolo streek, het rijk van de voettochten. Vooral over het laatste stuk langs de schitterende canyon doen we erg lang. 

Corte (7000 inwoners) is het geografisch hart van Corsica, en de stad van Pasquale Paoli, die er het Corsicaanse bestuur en een universiteit oprichtte. Wij hielden er even halt voor inkopen en om iets te drinken.

Aangekomen op de camping in Calaccucia, wordt het wat relaxtime. Er is geen zwembad en we gaan naar het stuwmeer waar er zogezegd gezwommen kan worden. Maar het is er verlaten en we gaan iets drinken in een heel authentiek ouderwets cafeetje in de hoofdstraat. 

Wandelen

De Monte Cinto kan je beklimmen, een zware tocht met hoogteverschil van 1700 meter. Daar passen we voor.

Een andere heel mooie wandeling is die naar het Lac de Nino, het beroemdste meer van Corsica. Wij deden deze tocht in 2017, met Pasen, en toen lag er nog veel sneeuw. Het pad start aan het Maison Forestière de Popoghia langs de D84 is niet erg goed aangegeven en redelijk moeilijk met veel klimmen en klauteren op rotsen. De wandeling is 10 km lang. Foto’s Roadtrip Corsica Pasen.

De wandeling naar de watervallen van Radule, heen en terug 2 uur, is de tweede klassieker in deze streek. En gemakkelijker. Start aan de haarspeldbocht “Fer de Chevalier” 4 km voor de Col de Vergio. Je loopt een stuk van de GR20. Heel mooi!

Asco vallei

Vandaag trekken we erop uit in de bergen. 

In de voormiddag rijden we de Asco vallei, die bekend staat als de mooiste bergvallei van Corsica. Heen en terug is dat 90 km vanaf de camping tot het dorp Asco, waar we iets drinken. Je kan nog verder tot aan het skistation, aan de voet van de Monte Cinto. De verleiding is groot om in het riviertje te plonzen. We komen zoveel mooie plaatsjes tegen en parkeren een paar keer gewoon langs de weg voor een verfrissende dip.

In de namiddag doen we nog de wandeling naar de watervallen van Radule met ook hier een plons in het (erg koude) bergwater.

Er zijn natuurlijk nog veel meer wandelingen te doen en valleien te bezoeken, maar wij trekken verder door naar de westkust.

 

Porto - Calanques de Piana - natuurreservaat van Scandola

We gaan op weg naar de westkust, naar Porto en Piana, een ritje van 50 km. Voorbij de Col de Vergio, stoppen we bij het woud van Aïtone. Zoals de voorbije dagen zien we veel wilde zwijnen en moeflons langs de weg. Het woud is beroemd voor zijn gigantische dennen.

Bij het viewpoint langs de weg start een wandelingetje van 10 minuten naar de waterval en natuurlijke baden van Aïtone. Vanuit Evisa start een wandeling van anderhalf uur hiernaartoe, de Sentier des Chataigniers. Wij kiezen de korte variant en plonzen. 

Porto

Van Evisa is het afdalen tot Porto. De camping (Funtana a l’Ora) ligt 4 km voor Porto, aan een heel mooi riviertje. Als de tent is opgezet en het zwembad getest, gaan we naar het haventje van Porto waar de boottochten naar het nationale park Scandola vertrekken. Er staan overal verkopers en we besluiten ter plekke om zowel een sunset tour naar de calanches van Piana te maken, als een ochtendtour naar het Scandola reservaat.

De hele golf van Porto staat op de UNESCO werelderfgoed lijst. Vanaf het water genieten we van de zonsondergang en het zicht op de hooggelegen rode pieken, de calanches. Terug aan land, eten we heerlijk in één van de vele restaurantjes in het sfeervolle haventje.

Calanches de Piana

Rij zeker ook de kronkelende smalle bergweg naar Piana langs de calanches en schitterende zichten op de zee. Sommige rotsen hebben een naam gekregen, zoals Tête du Chien. In 2017 hebben we overnacht in het hotel Capo Rosso, langs de weg net voor Piana. Schitterend gelegen en zicht op de zee en de calanches.

Scandola natuurreservaat

De tweede dag varen we terug op zee richting het noorden dit keer. Het park bestaat uit grillig gevormde rotsen en zuilen van vulkanische gesteente. Vissen is er verboden en boten mogen niet overal komen. Dit is één van de mooiste boottochten die we ooit gemaakt hebben! 

De namiddag brengen we door aan het zwembad en bij het riviertje.

Saint-Florent en de Cap Corse

Dit wordt de laatste bestemming van onze roadtrip, het noordelijk deel van Corsica. We verlaten Porto en hebben een rit van 135 km voor de boeg. Intussen weten we de kilometers niet even vlot bollen als we zouden willen, maar ook deze rit is heel mooi. Zeker het stuk tot Galeria. Daarna gaat het via de stadjes Calvi en l’Ile-Rousse. Die slaan we over we. In 2017 zijn we er wel geweest, en Calvi is echt een bezoek waard, zie Roadtrip Corsica Pasen. We rijden door de onherbergzame Désert des Agriates, om uiteindelijk bij Saint-Florent uit te komen.

Désert des Agriates

Een 40 km lange kuststrook, geen woestijn zoals de naam doet denken, maar één brok natuur, bedekt met ondoordringbaar maquis, kreken en meren en de prachtigste stranden die je kan bedenken. Er zijn paden over land, maar enkel jeeps zijn geschikt. De beste manier om de stranden (Saleccia en Lodo) te bereiken is per boot.

Saint-Florent

We installeren ons op camping Le Pinède en zoeken afkoeling bij het zwembad. De camping heeft een aanlegsteiger voor kleine boten en we merken op dat veel mensen hier vaker terugkeren met eigen boot om tochten op zee te ondernemen. ‘s Avonds verkennen we Saint-Florent, waar toevallig een festival aan de gang is in de citadel.  Er heerst een gezellig sfeertje op de pleintjes en we eten tapas bij een Corsicaans wijntje.

Saint-Florent heeft ook een mooi haventje, vanwaar je boottaxi’s kan regelen naar de nabijgelegen stranden, die enkel over zee te bereiken zijn. 

Cap Corse

De tweede dag maken we ons op voor een grote rondrit op de Cap Corse, goed voor 120 km.

We starten via het binnenland langs Patrimonio (met vele wijngaarden) naar Bastia, een grote havenstad. Die bezoeken we niet. Daarna volgen we de hele tijd de kustweg (D80) en bij momenten is het behoorlijk druk. In Erbalunga zien we de genuese toren en houden we even halt bij het strand, waar de kleurige huisjes tot op het strand gebouwd zijn. We komen nog meer van die torens tegen en de stranden zijn allemaal mooi.

Bij Macinaggio verlaat de weg de kust richting het westen naar Centauri. Er loopt ook een wandelpad (Sentier des douaniers) helemaal langs de kust. Ten noorden van de Cap de Corse ligt nog een piepklein eilandje, ook wel het puntje op i genoemd (Cap Corse stelt dan de letter i voor, check de kaart maar).

Vanaf Centauri rijden we helemaal terug langs westelijke kant. We nemen hier en daar een duik in het heldere water.
Daarna gaat het via Pino naar Nonza. De weg loopt hoog boven het water met subliem uitzicht op de kust. In Nonza houden we halt voor een Orezza en Pietra biertje onder de platanen. Het dorp ligt op een steile rots, tussen hemel en zee. 

En dan is het niet zo ver meer tot Saint-Florent, waar we toch even moeten bekomen van deze hele tocht.

Plage de Saleccia:

Onze laatste dag in Corsica brengen we door op een paradijselijk strand, met de kleuren van een tropische lagune. Zoals gezegd, moeilijk te bereiken over land, dus hebben we een taxiboot gebeld. Al om 8 uur ‘s morgens vertrekken we, want het kan erg druk worden op het strand. Dat bleek een goeie zet want het strand is nog zo goed als verlaten bij aankomst. We zwemmen en vermaken ons de hele voormiddag en zien steeds meer mensen toestromen. Kort na de middag varen we terug en ‘s avonds kiezen we nog een laatste keer een restaurantje om deze reis afsluiten.

Bastia - Nice

Onze terugvaart is al om 8 uur in de ochtend! We moeten dus erg vroeg opstaan en inpakken. Want het is nog een dik halfuur rijden naar de haven van Bastia. Het enige pluspunt daarvan is dat we voor het eerst de zonsopgang meemaken… De afstand Bastia-Nice is niet zo groot. De meisjes amuseren zich de hele tijd in het zwembadje aan boord en na 5 en half uur varen we de haven van Nice binnen. 

 

Conclusie:

Corisica is een prachtige mix van strand en bergen, twee dingen waar wij van houden. Hier kom niet voor een all-inn vakantie. Hoogbouw is er niet. Je moet rondrijden en het eiland ontdekken. Voor ons één van de mooiste en meest gevarieerde eilanden in de Middellandse Zee. Van Corsica kan je nooit genoeg krijgen.


Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.