6 dagen op Bali
Juli 2005
Bali is één van de kleinere Indonesische eilanden en ligt tussen Java en Lombok in. Het is ongeveer 5 keer kleiner dan België.
Van alle Indonesische eilanden wordt gezegd dat Bali het meest gastvrije is. Van de meer dan 4 miljoen inwoners behoort het merendeel tot de inheemse bevolking, de Balinezen, die grotendeels hindoes zijn. De hoofdstad is Denpasar en heeft een internationale luchthaven.
Door zijn vele pura’s wordt Bali ook wel eens het eiland van de duizend tempels genoemd.
Bali is een combinatie van schitterende stranden, een bruisend uitgaansleven, serene tempels, yogascholen, prachtig groene rijstvelden, natuur en een rijk cultureel leven.
Tijdsverschil: Bali + 6 uur
Hoe kom je er?
Wij kwamen met de ferry vanuit Java aan in Gilimanuk. Vanuit alle grote Aziatische steden zijn er vluchten naar de internationale luchthaven van Denpasar.
Vanuit Denpasar vlogen wij naar Lombok, een vlucht van amper 20 minuten, maar veiliger dan de boot.
Overnachten:
• SANUR, Bali Hyatt 4 nachten: topresort!
• KUTA, Melasti beach resort 1 nacht, vreselijk!
• JIMBARAN, Sari Segara Resort 1 nacht
Het is een lange rit van de haven van Gilimanuk naar het zuiden van Bali. We lunchen onderweg in Medewi Beach, waar veel surfers zijn.
Bali is helemaal anders dan Java. De religie is hindoe en we zien geen moslims meer. De mensen zijn eleganter en verfijnder en het is er properder. We zien plots ook heel veel honden.
Sanur
De Bali Hyatt in Sanur wordt ons paradijs en hemel op aarde voor de komende vier nachten. Er zijn verschillende zwembaden en het strand is vlakbij. De ontbijtbuffetten zijn schitterend en we drinken heerlijke cocktails in de poolbar. ‘s Avonds gaan we uit eten aan het strand. We eten de heerlijkste pizza en visgerechten, met de voeten in het zand.
Sanur heeft ook erg romantische restaurantjes. Zo gaan we een keer eten in een tuin die verlicht is met wel duizend kaarsjes.
Ubud en omgeving
Ambachten van centraal Bali:
Vandaag trekken we naar het centrum van Bali, dat bekend staat voor zijn traditionele ambachten. We bezoeken een zilverstadje en een houtsnijwerk dorp, waar we een fijn gesneden boeddhabeeldje kopen.
Ubud Palace & Monkey Forest:
We lunchen zeer uitgebreid in Ubud en lopen dan wat rond in het paleis van Ubud, dat heel wat mooier is dan de paleizen van Java. Het paleis waar de koninklijke familie woont, ligt in het hart van de stad en is voor een groot deel toegankelijk voor publiek. Het complex bestaat uit verschillende indrukwekkende en typisch Balinese gebouwen, met verscholen hoekjes en traditionele versieringen.
Daarna gaan we naar Monkey Forest, een soort apenwoud vlakbij Ubud. Het is een prachtig stukje natuur en thuis van honderden brutale makaken. Ik koop er een veel te dure sarong aan een dametje dat heel de tijd meewandelde, met de bedoeling dat we dan wat zouden kopen in haar winkeltje.
Tempels in het westen
Mengwi:
Pura Taman Ayun is een tempel gebouwd in 1634, die gewijd is aan de voorouders van de vorsten die tot 1892 over Mengwi heersten. De tempel is gelegen in een watertuin met aan drie zijden een gracht met lotusbloemen. Er zijn diverse meru-torens die de bergen voorstellen, de plaats van de goden. Een heel mooi tempelcomplex!
Tanah Lot tempel:
Tegen zonsondergang gaan we naar de kust, naar de Tanah Lot tempel.
Pura Tanah Lot is de bekendste en zeker ook de mooiste tempel van Bali.
Het is een watertempel met een magisch mooie ligging. De tempel werd gebouwd als een ode aan de god van de zee. Daarom ligt een deel van deze tempel ook in het water, bovenop een rots. Bij hoog water is de hele tempel omringd door water. Met laag water kun je naar het lager gelegen deel van de tempel lopen.
Deze tempel is zeer populair bij zonsondergang, je bent er dus zeker niet alleen!
Raften:
In de voormiddag gaan we raften op de Ayung rivier in de omgeving van Ubud.
We hebben een beetje een onervaren gids, of gewoon een hele slechte?, en gaan onderweg met zijn allen overboord.
Het is heel plezierig, maar we zijn toch opgelucht dat we een vest en helm dragen, want de rivier is best heftig.
De omgeving is heel groen en bij het eindpunt is er lunch en een douchebeurt. Alleen hebben we geen droge kleren mee!
Het noorden van Bali
GitGit waterval:
De mooie GitGit watervallen liggen in het noorden van Bali. Hier is het heel rustig en we genieten van de omgeving. We hebben zin in een ijsje hier en moeten wel een halfuur rijden tot we iets vinden, een soort moslimcafé met een diepvriezer met verjaarde ijsjes… Maar het smaakt.
Bratan meer:
De Pura Uluru Danu tempel is strategisch gelegen aan het Bratan meer, dat het noorden met het zuiden van Bali met elkaar verbindt. Pura Ulun Danu Bratan betekent dan ook letterlijk de ‘bron tempel van het meer’. Deze tempel is één van de meest iconische tempels van het hele eiland, samen met de Uluwatu tempel en Tanah Lot aan de kust.
Rijstvelden bij Jatiluwih:
Overal op Bali vind je mooie rijstvelden. Op weg naar het Bratan meer passeren we onder ander de bekende rijstvelden van Jatiluwih. Ze liggen tegen de helling van de Gunung Batukaru aan, de op één na hoogste vulkaan van Bali. De trapsgewijze rijstvelden zijn een lust voor het oog.
Hierna vliegen we verder naar het nabijgelegen eiland Lombok, dat avontuur lees je hier.
Na ons verblijf op Lombok, dat helaas niet zo vlot verliep, hebben we nog twee extra dagen op Bali.
Kuta
We willen naar Kuta dat slechts op 5 km van de luchthaven van Denpasar ligt en nemen een taxi. Het eerste hotel is volzet, bij het Melasti resort vinden we wel een kamer, wel maar voor één nacht. Het stikt er van obese, oude Engelsen!
Het is er ook superdruk en hectisch, echt niet wat we gewoon waren de laatste dagen. Dit is niks voor ons en we besluiten om morgen onze grenzen nogmaals, noodgedwongen te verleggen.
Het regent als we opstaan! En daardoor wordt Kuta er niet mooier op. We twijfelen waar we naartoe trekken: terug naar Sanur of Jimbaran.
Jimbaran
We gaan uiteindelijk voor Jimbaran, dat gekend is voor visrestaurantjes op het strand en prachtige zonsondergangen. Het ligt ook vlakbij de luchthaven.
De taxichauffeur brengt ons naar een leuk resort met zwembad en na de middag komt de zon er door en we wandelen via het strand naar de vismijn. We kijken naar de zonsondergang vanop het strand en ’t wordt de mooiste van allemaal omdat er veel wolken zijn. We kunnen tot onze spijt geen foto’s meer nemen.
’s Avonds kiezen we elk een vis en betalen per kilo. We hebben voor ongeveer 1200 gram gekozen. De hele baai is omgetoverd tot een openluchtrestaurant en de sfeer is magisch. Een bandje komt per tafeltje muziek spelen en zingen en dit is een heel waardige afsluiter van de reis.
Meer blogs:
Reactie plaatsen
Reacties