Roadtrip door Maleisië en Borneo (4 weken)

30 juni - 30 juli  2018

Voor het eerst wagen we ons met de meiden naar Azië. Benieuwd of de Aziatische keuken hen zal liggen? 
In Maleisië gaan we een roadtrip maken met een huurauto. We starten in Kuala Lumpur en rijden via het oudste regenwoud ter wereld en de theeplantages van de Cameron Highlands naar de oostkust. Op de Perhentian Islands checken we in voor een 6-daags snorkelavontuur. 
Daarna vliegen we naar Maleisisch Borneo waar we vooral wildlife en jungle gaan opzoeken. We gaan oa. slapen in een boomhut tussen de apen en op wildlife safari op zoek naar orang-oetans in het wild. Maar ook op Borneo is er tijd voor bounty stranden en relaxen. 
Tenslotte staat Hong Kong als stop-over op het programma.

 

Maleisië telt 32 miljoen inwoners, de hoofdstad is Kuala Lumpur en de officiële talen zijn het Maleis en Bahasa Malaysia.

Praktisch:

Tijdsverschil +6h

Munt: MYR (Maleise Ringgit)

Klimaat: 

Het vasteland van Maleisië kent twee verschillende regenseizoenen. Aan de westkust valt de meeste regen van september tot en met december, terwijl de oostkust een regenseizoen heeft van november tot maart. De droge tijd aan de oostkust valt dus samen met onze Europese zomers, wat ideaal is.

Borneo heeft een droger seizoen in onze zomer, al kan er altijd wel een regenbui vallen.

Sunrise: Kuala Lumpur 7h, Kuching 6h38, Hong Kong 6h

Sunset: Kuala Lumpur 19h27, Kuching 18h50, Hong Kong 19h05

Te regelen op voorhand:

  • internationaal rijbewijs
  • internationale reispassen (geen visum nodig, ook niet voor Hong Kong)
  • inentingen (buiktyfus en hepatitis A)

Vliegtuig:    

Internationale vluchten: Cathay pacific – Dragon fly

AMS - Hong Kong - Kuala Lumpur - Hong Kong - AMS

Binnenlandse vluchten: Air Asia

  •   Kota Bharu-Kuching 
  •   Kuching-Kota Kinabalu 
  •   Sandakan-Kuala Lumpur 

Huurauto:

  • Maleisië: 4 dagen via Rental Cars (Hertz)
  • Sabah (Borneo): 6 dagen huur, Hertz

De prijzen voor autohuur liggen hoger dan in Europa. De wegen zijn goed en veilig! Men rijdt er links. 

Route:

Kuala LumpurTaman Negara  – Cameron HighlandsBelum State ParkPerhentian IslandsKuching-Damai (Sarawak, Borneo) – Kota Kinabalu (Sabah, Borneo) - Mount KinabaluSepilok, Uncle Tan Safari Sandakan (Borneo) – Hong Kong

Overnachtingen:

Hoogtepunten:

Kuala Lumpur (3 nachten)

De drukke hoofdstad! Hier logeren we in cool appartement The Face Suites op de 48 ste verdieping met rooftop pool. Vanaf de grote ramen hebben we uitzicht op de Petronas Towers en de skyline van Kuala Lumpur, het duizelt zelfs een beetje bij Kevin en Zara…

We bezoeken de Petronas Towers (452 m) met waterpark en mooi aangelegde tuinen (tot 2004 hoogste torens ter wereld). Ook het aanpalende shoppingcenter Suria KLCC (Kuala Lumpur City Centre) met dure winkels verkennen we.

Met de monorail sporen we het naar de Berjaya Times Square shopping Mall met indoor pretpark in Bukit Bintang. Ongelooflijk hoeveel verdiepingen deze mall telt! ‘s Avonds genieten we van de kleurige fonteinshow bij de Petronas torens.

Op dag twee trekken we naar het Merdeka Square, het plein van de onafhankelijkheid na 150 jaar Britse overheersing. We bekijken de mooie Masjid Jamek moskee, de oudste van de stad.

Wie tijd heeft kan nog naar de Batu Caves met een gigantisch hindoe standbeeld. Het is er erg toeristisch en er zitten veel apen, 15 min buiten de stad.

Meer over onze avonturen in Kula Lumpur lees je hier.

Taman Negara National Park (2 nachten)

Vanuit hartje centrum van KL rijden we de 241 km naar het regenwoud van Taman Negara. Het bolt vlot langs kilometerslange heuvelachtige wegen omzoomd met palmbossen.

Het Tebing Guesthouse in Kuala Tahan is redelijk nieuw, erg leuk maar eenvoudig. In de tuin groeien allerlei fruitsoorten die we allemaal proeven.

Aan de overkant van de rivier Tembeling, ligt het dorp Kuala Tahan, waar een aantal drijvende restaurantjes zijn. De boten zijn sfeervol verlicht en er heerst een gezellige sfeer. Het dorp is zeer eenvoudig, we bekijken het schooltje en de mensen wonen er nog redelijk primitief.                     

Taman Negara is het oudste regenwoud ter wereld, nog ouder dan de Amazone in Latijns-Amerika. Het gebied is in 1938 tot nationaal park verklaard, en is sindsdien het grootste nationale park van Maleisië. Het is een primair regenwoud, dat betekent dat er nog niet (nauwelijks) is gekapt, en dat het regenwoud nog in oorspronkelijke staat verkeerd.

Op Maleisisch Borneo is er meer secundair regenwoud, hier is al wel gekapt, en zijn er vaak weer bomen aangegroeid. Taman Negara betekent in het Maleis 'Nationaal Park'. 

We maken een prachtige boottocht op de rivier en stoppen bij een mooi zwemplekje.

De volgden dag kopen we een (spotgoedkope) permit en gaan wandelen in het park, samen met de apen… Het wordt zelfs even erg spannend als een aap de weg versperd en Kevin achterna zit als die hem wil passeren. We zweten ons te pletter op de 7 kilometer lange hike naar Bukit Theresek, een uitzichtpunt op 334 meter hoogte. 

We doen ook de beroemde canopy walk.

Dieren die je regelmatig tegenkomt zijn wilde zwijnen, apen en diverse vogelsoorten waaronder de prachtige hornbill. Er leven hier ook tapirs, olifanten, sun bears, wilde katten, tijgers en neushoorns. Die kom je echter zelden of nooit tegen, hoewel er wel wordt aangenomen dat ze in het enorme natuurpark leven.

Cameron Highlands (1 nacht)

Van het regenwoud is het 262 km naar de Cameron Highlands.

Hier blijven maar één nachtje in het zeer kleurrijke Flora Plus Hotel in Brinchang.

De Cameron Highlands vormen een hoogvlakte op 1500 meter en daardoor is het er wat koeler (20-25°C). Het werd een populaire bestemming onder Britse kolonisten. Het gebied is bekend voor zijn theeplantages (oa. Sungai Palace Boh theeplantage). Daarnaast vind je er ook vele aardbeien-, orchideeën-, lavendel- en honingfarms.

We doen er een rondrit langs de theeplantages. We proeven uiteraard en plukken ook zelf wat theeblaadjes in de velden waar de meisjes later zelf thee mee zetten voor ons… Het landschap is heel mooi en zo groen. 

We houden ook halt bij de Sam Poh tempel, een mooie boeddhistische tempel, waar we een kaarsje branden.

Het dorpje Brinchang is iets minder toeristisch dan Tanah Rata, en ook wat drukker. Er zijn diverse winkeltjes, marktjes, en lokale restaurantjes. Wij kopen uiteraard aardbeien! Het lievelingsfruit van Enna.

Royal Belum State Park (1 nacht)

We trekken nog noordelijker, tot aan de grens met Thailand naar het Royal Belum State Park, een rit van 169 km.

Helaas blijven we maar 1 nachtje in het mooie Belum Rainforest Resort. De kamer is in Balinese stijl met houten vloeren en er is zoveel te doen in het natuurpark. Echt jammer dat we hier niet langer zijn…

Het Royal Belum State Park is samen met dat van Taman Negara één van de oudste regenwouden ter wereld. Het is (nog) geen officieel nationaal park dus is de bevolking er nog vrij om aan houtkap te doen, helaas. Er is een gigantische toeristisch potentieel. Het Rainforest resort ligt aan het Temenggor meer. Het is nog niet zo toeristisch. Je kan er boottochten met een gids maken. Uiteraard leven hier veel dieren (oa. olifanten) en de rafflesia plant, met de grootste bloem ter wereld, bloeit hier.

Perhentian Islands (6 nachten)

Langs de grens met Thailand reizen we naar Kota Bharu (183 km). We vertrekken vroeg want we hebben er een transfer geregeld via ons volgend verblijf. De autorit is erg mooi, met op het hoogste punt (1050 m) prachtig uitzicht op het in Thailand gelegen Titiwangsa gebergte. We zien geen olifanten en tapirs maar wel apen. We rijden een hele tijd langs de grens met Thailand. Even oversteken is aanlokkelijk, maar je moet door de immigratie en we hebben niet genoeg tijd.

In Kota Bharu airport leveren we de huurauto af en hebben we een transfer naar Kuala Besut aan de oostkust (55 km). We missen net de grote boot van ons resort, dus wordt de overtocht redelijk bumpy in het veel kleinere bootje. Maar dan zien we de paradijselijke eilandjes opdoemen… hemels!

We verblijven 6 nachten in een bungalow aan zee Tuna Bay Resort met airco maar zonder WiFi (gelukkig beetje ontvangst bij het restaurant). Met een koraaltuin vol tropische vissen voor ons deur weten we ons hier goed bezig te houden. We eten de lekkerste vers gevangen vissen, curry noodles, tandoori en roti canai. Dit resort hebben we online gereserveerd en er was een minimum periode van 6 nachten om te blijven.

De Perhentian Islands zijn een eilandengroep voor de Oostkust van Maleisië.  Er zijn 2 eilandjes (Besar en Kecil) met bountystranden, fantastische duik- en snorkelplekken. Er heerst een backpacker sfeer. Taxi bootjes brengen je van het ene strandje naar het andere en bij het resort kan je ter plekke snorkeltochten boeken.

Meer over onze avonturen op de Perhentians lees je hier.

Kuching (Sarawak, Borneo) 2 nachten

We gaan naar Borneo! 2 weken…

Eerst varen we met de boot (deze keer gelukkig de grote boot) terug van Perhentian naar Kuala Besut en daarna per minibusje naar Kota Bharu airport. We hebben een avondvlucht met Air Asia naar Kuching, met 2 overnachtingen in het Merdaka Palace hotel, een typisch stadshotel.

Borneo bestaat uit een Maleisisch deel (Sarawak en Sabah), en een Indonesisch deel (Kalimantan) en het ministaatje Brunei. Ooit was Borneo volledig bedekt met tropisch regenwoud, maar meer dan 80% is verdwenen, gekapt voor palmolie plantages.

Kuching of “Cat City” is de grootste stad van Sarawak en telt 617.000 inwoners. De kat is het symbool van de stad en we zien dan ook overal beelden en tekeningen van katten. De rivier Sarawak stroomt door deze moderne stad, die Chinees aandoet.

Een uitgebreid verslag over ons verblijf in Sarawak en Kuching lees je hier.

 

We maken een stadswandeling en vinden het verbazend ontspannend en rustig. Langs Kuching Waterfront is het echt aangenaam vertoeven, met vele eetkraampjes. We hebben redelijk veel bekijks en de meisje worden regelmatig om een selfie gevraagd door moslima’s. Kuching is heel kleurrijk. We shoppen wat en bezoeken China Town

In de buurt kan je een orang oetan reservaat bezoeken (Semminogh), maar dat doen we later nog in Sabah.

Permai Rainforest Resort, Damai Beach (3 nachten)

Vanuit de stad is het niet ver naar de jungle, waar we in een boomhut gaan logeren! Ook dit verblijf hebben we rechtstreeks geboekt op voorhand, Permai Rainforest Resort, in Damai. De boomhut heeft airco en de aapjes houden ons gezelschap in de boomtoppen.

Damai ligt ten noorden van Kuching aan de Zuid Chinese zee. Hier vind je Sarawak cultural village en wat eetstalletjes. Er zijn tal van activiteiten te doen in dit eco resort: SUP, zee kayak, bootexcursie naar de mangroven,…

 

We maken er een excursie naar Bako Nationaal Park, en in plaats van over de weg gaan we met een boot. Erg hobbelig en bij momenten wel spannend op de nogal ruwe zee. Voor onze dochters zal dit het leukste deel van de uitstap blijken…

Eén van de hoofdredenen om naar Bako te gaan, is de kans om de ernstig bedreigde proboscis (neusaap) van dichtbij te zien. Je hebt nog diverse andere aapsoorten in het natuurpark. De silvered-leaf aap is een mooie soort, die je vaak langs de kust in de mangroves tegenkomt. Ook heb je veel 'standaard' long-tail makaken. Die worden over het algemeen als wat minder schattig ervaren, en dat hebben we lijfelijk mogen ondervinden. Ze pikken het eten gewoon uit je rugzak!

Een ander uniek kenmerk van Bako NP zijn de verschillende eco-systemen die gevonden kunnen worden in het park: strand vegetatie, kliffen, heidebos, mangrovebos en veenmoerasbossen. We wandelen er bij extreem hoge vochtigheid en hitte en krijgen enkel de brutale makaken te zien. De gids (ik dus) scoort geen punten voor deze uitstap!

De neusapen en silvered-leaf apen spotten we de dag erna gewoon vanaf de boomhut! Prachtig!

We doen ook nog een boottocht naar de Kuching wetlands op zoek naar Irrawaddy dolfijnen (die we massaal te zien krijgen), krokodillen en schildpadden.

Tenslotte bezoeken we ook nog het Sarawak Cultural Village, dat vlakbij het resort ligt. Enna leert schieten met de blaaspijp en we zien er hoe er traditioneel geleefd werd in dit deel van Borneo.

Kota Kinabalu (Sabah, Borneo) 4 nachten

We vliegen naar de andere kant van Borneo, van Kuching naar Kota Kinabalu. Het zicht op de rivieren van Borneo vanuit de lucht is schitterend. We pikken de nieuwe huurauto op, een Proton Saga, made in Malaysia! En erg basic… 

We rijden op Google Maps naar Sabah Beach Villa’sin Karambunai, in de omgeving van Kota Kinabalu.

Kota Kinabalu is de hoofdstad van Sabah, op Oost-Borneo en telt meer dan 300.000 inwoners. Wij brengen ons dagen hier vooral op het strand en bij het mooie zwembad door. In het nabijgelegen Nexus Resort zit een leuke bar met grillrestaurant, waar we graag komen. Het valt ons op in Borneo hoe kalm het er hier met het toerisme aan toe gaat. De grote resorts zijn amper gevuld…

We doen wel nog een sunset boottocht in het Tunku Abdul Rahmu marine Park (ook prachtig om te snorkelen!), en varen voorbij een Filipino gypsie village is, een palendorp op zee. We zijn trouwens de enigen aan boord en genieten van een privétocht bij een fenomenale zonsondergang.

Kundasang - Mount Kinabalu (1 nacht)

Gedaan met strand, we rijden in oostelijke richting naar Mount Kinabalu en Kundasang (92 km). We zitten in nu in het uiterste noorden van Borneo en de Filipijnen zijn vlakbij.

We slapen één nachtje bij de berg, in een homestay, Suang Noh Homestay, bij stadje Kundasang. We eten er een avondmaal voor 1,5€ per persoon! Echt!

De Kinabalu is de hoogste berg op Borneo (4095 m), en het natuurpark errond staat op de UNESCO lijst. Het dorpje Kundasang ligt 5 km van de hoofdingang, op 1500 m hoogte. Er zijn verschillende (korte) wandeltochten en een botanische tuin. Die bezoeken we maar helaas geen bloeiende planten… De beklimming van de Kinabalu doe je in twee dagen en is naar het schijnt erg pittig.

De Poring hotsprings, wat verderop, met watervallen en een hangbrug, zijn niet zo idyllisch al verwacht. De bronnen worden namelijk commercieel uitgebaat, een groot verschil met de hotsprings in Noord-Australië. Toch is het badje in het warme bronwater zalig en we genieten na met een enorme fruitsalade.

Er is ook een Anzac War Memorial, waar 2400 Britten en Australiërs herdacht worden die hier sneuvelden tijdens WOII.

Sepilok (1 nacht)

De rit naar Sepilok, bij Sandakan is lang, 240 km, maar zo mooi, langs prachtige tropische jungle gevolgd door eindeloze palmolieplantages. We bellen onderweg en kunnen de huurauto bij het Sepilok Jungle Resort afleveren ipv op de luchthaven van Sandakan. Gemakkelijk!

In Sepilok is het beroemde orang oetan rehabilitation centre, geopend in 1964. Hier verblijven verwaarloosde orang oetans die en weesjes. Ze worden hier opgevangen en weer terug de natuur ingezet. De meeste dieren leven er in semi-vrijheid. Prachtig om die dieren van zo dichtbij in de vrije natuur te zien.

Even mooi om te bezoeken is het nabijgelegen sunbear (Aziatische honingbeer) opvangcentrum. In Zuid-Oost Azië worden deze beren nog te vaak gevangen gehouden in kooien. Hun gal wordt afgetapt omdat dat een geneeskundige werking zou hebben. In dit Conservation Centre kunnen de dieren herstellen. We zijn zeer onder de indruk, zeker een aanrader!

Jungle safari Uncle Tan (2 nachten) en Sepilok

Vanuit Sepilok vertrekt ons 3-daags jungle safari avontuur naar het Uncle Tan jungle camp. Lonely Planet is lovend over deze bootsafari, dus de verwachtingen zijn hoog.

Het is nog anderhalf uur rijden naar Kota Kinabatangan, een klein, primitief dorpje gelegen aan de gelijknamige rivier. Langs de rivier heb je het meest kans om wilde dieren te spotten. Het ecotoerisme wordt hier steeds verder ontwikkeld.

Het wordt een topervaring! Onze groep is relatief klein, ongeveer 15 medereizigers van over de hele wereld. Het kamp is wel zeer basic, we slapen in een open hut met muskietennet. We moeten onze spullen in tonnetjes opbergen want de apen hebben anders vrij spel. Wij hielden erg van de relaxte sfeer in het camp en de gidsen zijn geweldig. We maken verschillende boottochten in de vroege ochtend en late avond. We maken ook hikes in het bos en de gidsen betrekken onze meiden enorm bij de natuur. 

Uiteraard zijn er duurdere alternatieven voor wie meer luxe wil.

We zien orang oetans, een gibbon, varanen, lizzards, wild civit (kat), hornbill vogels, kingfisher vogels, neusapen, krokodil en nog veel meer.

Na de safari komen we nog een nachtje bij van het jungle camp in het Sepilok Jungle Resort. Een douche is welgekomen. We trakteren ons op een heel lekker maal in het restaurant van het nabijgelegen Nature resort Sepilok. Het lijkt ons hier prachtig om te overnachten ook!

Kuala Lumpur (1 nacht)

We vliegen terug via Sandakan naar Kuala Lumpur en blijven nog een laatste nachtje in Maleisië, in een B&B, Rumah Puthih B&B Sepang, nabij het vliegveld. De volgende ochtend vliegen we via Hong Kong terug naar Amsterdam.

We hebben stopover geregeld in Hong Kong, zodat we er een dag de tijd hebben om de stad te verkennen. 
Dat verslag lees je hier: Hong Kong

 

Conclusie:

We hebben de Maleisiërs ervaren als zeer lieve en stipte mensen. Werkelijk niks is misgelopen en alles verliep zoals gepland. Qua natuur heeft het vasteland ons best verrast. Het was er zalig autorijden. Borneo was dan weer drukker dan verwacht. Er zijn zeker nog mooie regenwouden, maar veel groen is helaas moeten wijken voor steden en plantages. Het was een voorrecht om zoveel wilde dieren in hun natuurlijke omgeving te mogen zien.

Terima Kasih Malyasia! (Dank je wel)


 Meer blogs:

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.