Oostkust Sydney - Cairns (3 weken)

juli 2004, laatste update maart 2022

Onze allereerste reis naar Australië dateert al van 2004, en was tevens onze huwelijksreis. 

Down Under, Australië sprak al een poos tot de verbeelding en alle verwachtingen werden ingelost. We beloofden elkaar om hier ooit terug te komen, met kids… En zo geschiedde.

Deze eerste kennismaking met Australië is trouwens een klassieker: de oostkust van Sydney tot Cairns, met een uitstap naar het Red Centre, het rode binnenland van met de bekende Uluru rots.

We reisden in 2 weken met een groep van Sydney naar Cairns, wat een erg korte periode is voor deze roadtrip. Als je dit op je eentje afreist, is het zeker aan te raden om hier minstens 3 of zelfs 4 weken voor uit te trekken.

Praktisch:

Tijdsverschil: Sydney +10h

Seizoen: juli = winter in Australië en Sydney

Hoe noordelijker, hoe warmer en tropischer het klimaat wordt, in juli-augustus is het droge seizoen.

Munt: AUD

Vliegtuig:    

Internationale vluchten: Qantas 

Heen: BRU - London - Singapore - Sydney

Terug: Cairns - Singapore - London - Brussel

Binnenlandse vluchten: Cairns - Ayers Rock - Cairns 

Route:


    Sydney Byron Bay - Surfers Paradise (Gold Coast) - Brisbane - Fraser Island - Rockhampton Whitsundays Islands - Cairns - Port Douglas en excursie naar the Red Centre 


    Overnachtingen:

    Highlights:

    Sydney  (5 nachten)

    Na een dag vliegen via London en Singapore komen we ‘s avonds aan in Sydney. De luchthaven is maar een kwartiertje rijden van het centrum, waar we 5 nachten in Travelodge Sydney zullen doorbrengen. 

    De volgende ochtend zijn we veel te vroeg wakker, jetlag… en we gaan dus maar direct op verkenning. 

    Via Hyde Park wandelen we naar de Centrepoint of AMP Tower, met 309  meter de hoogste toren van Sydney en heel Australië. We kopen tickets voor het uitkijkplatform op 250 meter hoogte. Boven genieten we van het schitterende uitzicht over Sydney Harbour, het Opera House, the Harbour Bridge en zelfs de Blue Mountains

    Terug beneden doen we nog een skytour, inbegrepen in het ticket. Het is een grappig ritje waar Australië op een leuke manier voorgesteld wordt: de outback, het great barrier reef, de steden en het regenwoud. 
    Daarna wandelen we via Pitt Street naar de Harbour Bridge, tot op de voetgangersbrug, voor een mooi zicht op het operagebouw. De Bridge Climb, de populaire de beklimming van de brug tot de top, laten we aan anderen over.

    Via “the Rocks”, het oude centrum wandelen we naar Circular Quay, de haven, waar we iets eten. Daarna wandelen we rond het Opera House tot aan de botanische tuinen. Tussen de kaketoes doen we een dutje in het park en pas na de zonsondergang keren we rond 18h terug naar het hotel.

    Ferry naar Manly Beach

    Het is winter in Sydney en het wordt zo’n 17-18 graden overdag. 

    Vanaf Circular Quay nemen we de ferry naar Manly, een tocht van een half uurtje door Sydney Harbour met zicht op het operagebouw. In Manly luieren we wat op het strand, drinken iets in een beachbar, we slenteren door de straatjes en doen wat inkopen. Het is echt genieten.

    ’s Avonds drinken we wijntjes bij Circular Quay, met zicht op het verlichte Opera House en de Harbour Bridge.

    Bondi Explorer

    We hebben een ticket gekocht voor een dagje roadtrippen met de Bondi Explorer. In Oxford Street stappen we op en de eerste halte wordt Kings Cross. Dit is de backpackers buurt, niet de mooiste wijk van Sydney. Er zijn nogal wat sex-shops en veel herrie makende clochards.

    Daarna stoppen we bij de chiquere buitenwijken van Sydney: Double Bay, Rose Bay, Watson Bay en Vaucluse Bay. Van hieruit heb je schitterende zichten op Sydney stad. 

    De ultieme halte op deze tocht is Bondi Beach, het iconische surfstrand van Sydney. We eten hier iets en doen de Bronte-Bondi coastal walk van 2 km langs de kliffen. Daarna gaan we via Coogee Beach terug naar Oxford Street. 

    Darling Harbour

    ’s Avonds gaan we eten in één van de vele goede visrestaurants in Darling Harbour waar het Sea Life Aquarium van Sydney ook zit. We eten heerlijke barramundi vis bij Nick’s, The Promenade, Cockle Bay Wharf.

    Daguitstap naar the Blue Mountains National Park

    Vandaag gaan we met op excursie naar de Blue Mountains, op ongeveer 60 km afstand van Sydney gelegen.

    De Blue Mountains danken hun naam aan de olie van de eucalyptusbossen die vooral in de ochtend door verdamping een blauwe waas over de bergen laat schijnen. Dave, onze overenthousiaste gids, zwijgt geen minuut. We starten de dag met morning tea aan de Nepean River, daarna bezoeken we kort een aboriginal site en gaan we naar het eerste uitkijkpunt: Evans lookout

    Daarna gaan we de bekende rotsformatie the “Three Sisters” bewonderen vanaf Echo Point Lookout. We maken ook een ritje met de Scenic Railway, een kabeltreintje dat via een heel steile helling in het regenwoud stopt. Hier vind je vooral gematigd regenwoud met eucalyptusbomen. We zien ook de Katoomba Falls. We lunchen in Leura, vlakbij het stadje Katoomba. Het is er erg koud, zo’n 5 graden en alles baadt in een kerstsfeer. Op de terugweg zien we nog de Wentworth Falls.

    Daarna spotten we onze eerste kangoeroes in het Featherdale Wildlife Park.

    Tenslotte keren we via Homebush Bay, het Olympisch dorp (Sydney was gaststad van de Olympische Spelen in 2000) terug met de ferry naar Circular Quay. 

    Na 5 dagen Sydney start onze 14 daagse Connections bustour langs de oostkust. Dee (Diana) is onze gids/kok en Terry buschauffeur, beiden fantastische mensen. We reizen met een internationaal gezelschap, een bonte bende met leeftijden tussen 18 en 32 jaar. Jan, An en Dimitri uit België reizen ook mee en worden onze Aussie vrienden voor het leven.

    Byron Bay (2 nachten)

    Vanuit Sydney wordt de eerste dag vooral een reisdag naar het 800 km noordelijker gelegen Byron Bay. We komen er in de vroege avond aan en logeren 2 nachten in een cabin in het Glen Villa Resort

    Byron Bay is een hip surfdorp in de staat New-South-Wales op het meest oostelijke punt van Australië, Cape Byron.

    We beleven er een memorabele avond in de bar Cheeky Monkeys, waar een wet T-shirt contest aan de gang is. Met bier geserveerd in kannen, voelen onze mannen zich meteen thuis…

    De volgende dag staat een surfles op het programma. En we gaan ook naar de vuurtoren op Cape Byron. Elk jaar tussen juli en oktober kan je er walvissen zien, die van Antarctica naar de Australische kusten komen om te baren. Het is een warme dag en we wandelen via woud en strand terug naar het stadje. De walvissen zijn spectaculair om te zien!

    Surfers Paradise - Gold Coast (2 nachten)

    We trekken verder noordelijker naar Surfers Paradise, aan de Gold Coast, een drukke kuststrook met veel hoogbouw. Het is maar een ritje van 100 km. We wisselen de staat New South Wales in voor de staat Queensland.

    Onderweg maken we een tussenstop bij de “Natural Bridge” in het Springbrook National Park. Het is een kort wandelingetje naar de waterval in soort natuurlijke grot.

    Net voor de avond valt komen we aan in Surfers Paradise. Hier logeren we in het Mercure hotel, een groot resort waar veel Aziatische en Amerikaanse families verblijven. We verkennen het stadje en gaan lekker Italiaans eten met ons tweetjes.

    De volgende dag maken we een eco-wandeling in het Lamington National Park. We worden door een paar gidsen van het park opgehaald bij het hotel en met twee jeeps rijden we in anderhalf uur tot aan de Binna Burra Lodge, het startpunt van de wandeling.

    In het Lamington NP vind je vooral subtropisch regenwoud, met veel bomen die afstammen uit het Gondwana tijdperk, toen Afrika, Azië en Australïe nog één continent vormden. Het hele gebied is opgenomen op de werelderfgoedlijst.

    We wandelen 12 km en zien vooral mooie bomen onderweg. Omdat het winter is zijn de meeste slangen nog in winterslaap. We zien wel enkele wallabies en eten onze lunch op een spectaculaire plek (Joalah’s lookout) met uitzicht op de wolkenkrabbers van de Gold Coast.

    Brisbane 

    We verlaten Surfers Paradise vroeg in de ochtend en na twee uurtjes rijden maken we een tussenstop in Brisbane, de derde grootste stad van Australië na Sydney en Melbourne. Hier hebben we een uurtje vrij en we ontbijten in het centrum. We zien vooral zakenmensen. 

    Daarna gaat het verder richting Hervey Bay, waar we de ferry naar Fraser Island zulllen nemen.

    Er is nog een halte bij het Glen Forest Park, een opvangtehuis voor koala’s. Onze medereizigers laten zich gewillig fotograferen met de beestjes (cuddle a koala), maar wij doen dat niet. Het zijn wilde beren en geen knuffelberen, dus laten we ze liever met rust. Er zijn ook kangoeroes, die we mogen voederen, wombats en emoes.

    Fraser Island (2 nachten)

    Via de Bruce Highway vervolgen we onze weg. Onderweg stoppen we in Gympie in een roadstation voor de lunch. Tegen 15h arriveren we in Hervey Bay, waar we de ferry naar Fraser Island nemen. De bus en Terry blijven op het vasteland. 

    Fraser Island is het grootste zandeiland ter wereld, 130 km lang en ongeveer 30 km breed. Er zijn geen verharde wegen, enkel zandwegen en er wonen bijna geen mensen.

    Tony, onze gids op Fraser Island, staat ons al op te wachten met zijn 4WD busje en we rijden naar het Eurong Beach Resort, aan de overkant (oostkant) van het eiland. We stoppen nog bij het regenwoud voor een korte wandeling en bij zonsondergang komen we aan bij het resort.

    De volgende dag verkennen we de hele oostkust van het eiland. Via de “highway”, 75 mile beach, die ook dienst doet als landingsbaan voor vliegtuigjes, rijden we naar het scheepswrak SS Maheno, dat hier in 1935 strandde. Dan gaat het via de Pinnacles, een kleurige duinenformatie verder naar de “Champaign Pools”, waar het water van de Stille Oceaan over de rotsen in de poelen slaat en zo bubbels doet ontstaan. De mannen gaan bij 21 graden en een stevig windje voor een champaign-dip.

    Vanaf het strand zien we nog verschillende walvissen en het wordt helemaal leuk als er twee beginnen te spelen en tuimelen. We mogen hier trouwens niet zwemmen, vanwege de vele haaien. Het eiland heeft veel kreekjes met zoet water die uitmonden in de oceaan. En dat geeft ideale omstandigheden voor de haaien om hun jongen te werpen.

    Op de terugweg beklimmen we Indian Head, een rots op het meest oostelijke punt van het eiland, vanwaar je spectaculaire zichten hebt op de oceaan. We lunchen op het strand en bij Eli Creek wandelen we met de voeten in de kreek. Even verder beklimmen we nog een hoge duin, tot het ineens helemaal overtrekt en we kletsnat worden. De mooie regenboog krijgen we er helemaal gratis bij.

    De volgende dag staan we vroeg op om de eerste ferry terug naar het vasteland te nemen. Maar eerst stoppen we nog bij Lake Birrabeen. Het water is er superhelder en zo puur dat je er je haren kan in wassen zonder shampoo en juwelen in opppoetsen.

    Dan volgt een meer dan 400 km lange rit via de Bruce Highway naar Rockhampton, de “beef” capital van Australië, waar we in de late middag aankomen bij de Capricorn Caves.

    Capricorn Caves - Rockhampton (1 nacht)

    We logeren bij Capricorn Caves Lodges, een familiecamping met fantastische uitbaters, waar je speleologie tours in de grotten kan doen. Terry, de buschauffeur is vandaag jarig, en bij het kampvuur eten we chocoladetaart en marshmallows. We zien hier wel een miljoen sterren, meer dan we er ooit zagen. De melkweg is ronduit schitterend. Wat een schitterend plekje is dit.

    Sailing the Withsundays (2 nachten)

    Vandaag hebben we weer een lange rit voor de boeg, 485 km dit keer, van Capricorn Caves naar Airlie Beach.

    Bij een lokale ijsmaker smullen van een hoorntje met 2 bollen ijs. In Mackay, het centrum van het suikerriet, zien we vele treintjes die het suikerriet transporteren. Bij Proserpine nemen we de afslag naar Airlie Beach, de toegangspoort tot de Whitsundays eilandengroep.

    We luieren wat bij de mooi aangelegde lagoon en er wordt bier ingeslaan voor op de zeilboot. Om 16h vertrekken we naar de haven, waar onze Prosail Whitsundays zeilcruise begint. We zijn met 9 passagiers en delen een kajuit met Jan en An. Het is een beetje krap slapen, maar dat hoort erbij. Onze schipper is een heel aangename en ervaren man. De jongere kok kookt heerlijk maar heeft het precies niet zo voor onze mannen.

    We varen tot bij Nara Inlet bij Hook Island, waar we aanleggen voor de nacht. Het water is hier erg kalm, het is windstil en de zonsondergang is subliem. We eten op het dek en de schipper haalt zijn sterrenkaart boven om de schitterende sterrenhemel te bestuderen. Wat een heerlijke avond. We slapen als roosjes. 

    Zeilers slapen niet lang, dus om 7h ontbijten we. Het wordt een stralende dag en de twee zeilen worden gehesen. We zetten koers richting Whitsunday Island, het grootste eiland van de eilandengroep. Het is 23 graden, maar door de wind voelt het kouder aan en een trui komt van pas. Tegen de middag leggen we aan bij Whitehaven Beach, het mooiste strand van Qeensland wordt gezegd! Met het reddingsbootje worden we naar het strand gebracht. We wandelen naar een uitkijkpunt en het is er echt schitterend: helder blauw water, hagelwit zand en verder niemand… Daarna gaan we pootje baden en is het tijd voor een fotoshoot. 

    In de namiddag gaan we snorkelen bij het koraal. De Whitsundays liggen in het Great Barrier Reef en het is er ideaal om in de beschutte inhammen te snorkelen. Het is niet koud, maar we moeten een stingersuit aantrekken tegen de jellyfish (kwallen). Het koraal is heel kleurrijk en we zien vele grote en felgekleurde vissen.

    Daarna zeilen we naar onze slaapplaats, Cid Harbour. Er staat een sterke wind, dus wordt het een avond benedendeks, na alweer een prachtige zonsondergang. De volgend ochtend zet de schipper ons af bij een strandje op Cid Island en we wandelen via het woud naar een ander strand. Daarna zeilen we naar Long Island, waar de rest van onze groep al twee dagen verblijft. Er is veel wind en er staan hoge golven, dus iedereen is blij als we na 2 uur varen aankomen.

    We lunchen nog op de boot en zien ons resort, met wuivende palmen, al lonken!

    Long island - Whitsundays (1 nacht)

    Hier genieten we van het strand- en resortleven in de Crocodile Club in Happy Bay: jacuzzi, strandzetels, cocktails en wat beachvolleybal. Helaas is het resort al een hele poos permanent gesloten. Na de sunset, apero en het diner sluiten we de avond af met een memorabele karaoke van Marc en Simone, onze Nederlandse medereizigers, die de boel volledig op stelten zetten met hun topversie van “Paradise by the dashboard light”. 

    Cairns (5 nachten) - Great Barrier Reef

    Vandaag staat er een hele lange rit op het programma, 800 km van Airlie Beach naar Cairns. We moeten al om 5h45 opstaan want we nemen de eerste ferry van Long Island naar Shute Harbour, waar Terry ons met een piekfijn gepoetste bus opwacht.

    We rijden via Townsville, waar we lunchen, en Innisfail naar Cairns met onderweg nog meer mooie eilandjes zoals Magnetic Island, Hinchinbrook Island en Dunk Island langs het Great Barrier Reef. Tegen half zes ‘s avonds komen we aan in het Palm Royale Resort waar we 4 nachten zullen blijven. Het resort ligt iets verder van het centrum en heeft 2 zwembaden.

    ‘S Avonds gaan we de nightmarkets van Cairns verkennen, ideaal om goedkope souvenirs te shoppen. 

    Op onze vrije dag doen we een helikopter excursie over het Great Barrier Reef. Het is een prachtige dag om te vliegen, er staat geen wolkje aan de hemel. Het rif ligt 40 km uit de kust. In totaal hangen we een uur in de lucht, op ongeveer 150 meter hoogte. We vliegen eerst over Green Island, dan naar het Arlington Reef in de vorm van een boemerang (en wel 5 mijl lang). We zien zandeilandjes (Upolu Cay en Sandy Cay) en vliegen over het Oyster Reef. We zijn sprakeloos, wat is dit mooi!

    De volgende dag gaan we snorkelen in het Barrier Reef met de Passions of Paradise Catamaran.

    Het is 2 en half uur varen vooraleer we aanleggen bij de eerste snorkelplaats bij een rif op volle zee. Het koraal is buitengewoon mooi en er zwemmen veel grote vissen. Er staan wel hoge golven en het is niet gemakkelijke om te blijven drijven. ‘s Middags krijgen we een hele lekkere lunch met veel zeevruchten. Daarna leggen we aan bij Upolu Cay, waar we gisteren overgevlogen zijn, voor een tweede snorkelbeurt. Het is hier veel ondieper en het water is door de sterke wind en golven helaas wat troebel. 

    De terugtocht is allesbehalve comfortabel. Door de hoge golven wordt iedereen zeeziek en het lijkt eeuwen te duren voordat we terug in Cairns zijn.

    Het Great Barrier Reef is het grootste koraalrif ter wereld. Het bestaat uit meer dan 2.900 individuele riffen en 900 eilanden die zich uitstrekken over een lengte van 2600 kilometer. Het rif is gelegen in de Koraal Zee voor de kust van Queensland in Noord-Oost Australië.

    Het Groot Barrièrerif kan vanuit de ruimte waargenomen worden en is de grootste alleenstaande structuur ter wereld, gemaakt door levende organismen. Deze rifstructuur bestaat uit miljoenen kleine organismen, bekend als koraalpoliepen. Het bevat een grote diversiteit aan leven en staat sinds 1981 op de Werelderfgoedlijst. CNN benoemde het tot één van de zeven natuurlijke wereldwonderen. 

    In 2020 bleek uit een studie dat het rif meer dan de helft van zijn koraal verloren is sinds 1995, door warmere oceanen als gevolg van de klimaatveranderingen. Het koraal verbleekt hierdoor en sterft uiteindelijk af.

    Kuranda

    De laatste uitstap met de groep gaat naar het bergdorpje Kuranda. Met de Skyrail, een kabelliftje, “vliegen” we als het ware over het regenwoud. Het traject is 7.5 km lang en er zijn twee stops. Het is een leuk tochtje en doordat het regenachtig is voelt het regenwoud ook heel echt aan. We passeren ook de Barron Falls, die in de zomer (het regenseizoen) spectaculair zijn.

    Kuranda ligt ongeveer op 30 km van Cairns en er zijn er veel leuke souvenir winkeltjes. 

    We rijden nog tot het strand van Palm Cove voor de lunch met zicht op Double Island. Onze laatste nacht in Cairns slapen we in het Tradewinds Esplanade Cairns, direct aan zee gelegen. We gaan nog met zijn allen samen uit eten en klinken op deze fantastische groep en trip.

    Red Centre - Uluru - Alice Springs (5 nachten)

    De groepsreis langs de oostkust zit erop en wij reizen naar het rode hart van Australië, dat verslag lees je hier: Red Centre.

    Port Douglas (3 nachten)

    We komen rond 17h30 aan in Cairns na een vlucht uit Alice Springs. Via de Captain Cook Highway is het ongeveer 60 km rijden naar Port Douglas. De rit is prachtig en loopt vlakbij de kust. We worden afgezet bij ons laatste hotel van de reis, Reef club Port Douglas. Het hotel ligt op 200 meter van het strand en op een kwartiertje wandelen van de hoofdstraat met vele restaurantjes en winkeltjes. 

    Port Douglas is een gezellig kustdorpje en veel rustiger in vergelijking met Cairns. Voor avontuur, drukte en het nachtleven moet je in Cairns zijn. Port Douglas daarentegen is meer relaxed en meer gesofisticeerd in een prachtig groen kader. 

    Het strand, 4 mile beach is prachtig en enorm breed, maar helaas met veel zandvlooien. We maken dan maar een strandwandeling en chillen bij het zwembad van het hotel.

    Cape Tribulation en Daintree Rainforest

    Vanuit Port Douglas doen we nog een excursie met BTS Tours Port Douglas naar het regenwoud. We zijn met 10 en gids George, al iets ouder, weet enorm veel te vertellen. We rijden naar Daintree, dat ongeveer 60 km noordelijker ligt dan Port Douglas.

    We zien borden om uit te kijken naar de kasuaris-vogels, grote loopvogels. Ze zijn schuw maar bij Cape Tribulation krijgen we er eentje te zien.

    Een kasuaris is een stevig gebouwde, vleugelloze vogel met felblauwe nek. Hij komt voor in het regenwoud van Australië, Nieuw-Guinea en op de nabijgelegen eilanden.

    We worden met de kabelferry over de Daintree rivier (met veel krokodillen) gezet en maken daarna een boottocht op de Cooper inlet, op zoek naar krokodillen, die in grote getallen aanwezig zijn. De volwassen exemplaren zijn zo’n 4 meter lang en omdat het winter is (ondanks 25°C) liggen ze constant op te warmen in het zonnetje. 

    We gaan lunchen op een hele leuke plek waar het veilig is om te zwemmen. Wij maken een tochtje met de kano. Het is er prachtig. Op deze locatie werd trouwens de film “The tin red line” opgenomen, met Sean Penn en Nick Nolte. Na de lunch voederen we de schildpadden met de overgebleven restjes en die stormen daar natuurlijk op af. In de bomen zien we verschillende ‘dragons’, een soort hagedis. 

    Daarna rijden we naar Cape Tribulation, de plaats waar kapitein James Cook aan land ging nadat zijn schip, The Endeaver, er lek gelopen was op de koraalriffen. Dit is een bijzondere plek, want hier komen twee heel belangrijke ecosystemen (beiden UNESCO werelderfgoed) samen, nl. koraalrif en regenwoud. Ze zijn slechts 7 km van elkaar gescheiden. 

    We maken nog een laatste stop bij een mooie lookout maar helaas begint het te druppelen. De koekjes en het tropisch vruchtensap van gids George smaken toch heerlijk. En dan is het tijd om terug naar Port Douglas te rijden. 

    Op onze laatste avond nemen we het ervan en gaan we uitgebreid uit eten bij “On the Inlet” een erg goed visrestaurant, helaas permanent gesloten sinds enige tijd. De barramundi is er top!

    De volgende morgen is er nog tijd om dat marktjes in Port Douglas te bezoeken en tegen de middag vertrekken we naar Cairns voor onze terugvlucht naar Brussel via Singapore en London.

    Conclusie:

    Australië, wat een land, wat een avontuur. We zijn instant verliefd geworden op de relaxte bewoners, het heerlijke klimaat, de stranden en fantastische outback. Geen wonder dat we nadien er nog 2 keer terug naartoe gereisd zijn!

    Sit back and relax! Enjoy the ride…


     Meer blogs:

    Reactie plaatsen

    Reacties

    Er zijn geen reacties geplaatst.